Storing in motormanagementsysteem EOBD
WEGWIJS
IN UW
Als u onder normale omstandigheden de contactsleutel in
AUTO
stand MAR zet, dan gaat het lampje branden. Het lampje
moet uitgaan als de motor is gestart. Het lampje gaat eerst
branden om de juiste werking ervan aan te geven. Als het
lampje blijft branden of tijdens het rijden gaat branden:
VEILIGHEID
❒ continu branden: duidt op een defect in het inspuit-/
ontstekingssysteem. Dit kan tot gevolg hebben dat
schadelijke uitlaatgasemissie toeneemt, de prestaties
STARTEN
verminderen, de auto slechter gaat rijden en het brand-
EN RIJDEN
stofverbruik toeneemt.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bijbehorende mel-
ding op het display.
LAMPJES
EN MELDINGEN
U kunt onder deze omstandigheden doorrijden zonder
te veel van de motor te eisen of met hoge snelheid te rij-
den. Als lang met een brandend waarschuwingslampje
wordt doorgereden, kunnen beschadigingen ontstaan.
NOODGEVALLEN
Wendt u zo snel mogelijk tot het Fiat Servicenetwerk.
Het lampje dooft als de storing verdwijnt. De storing wordt
door het systeem in het geheugen opgeslagen.
ONDERHOUD
❒ knipperend: duidt op een mogelijke beschadiging van
EN ZORG
de katalysator (zie "EOBD-systeem" in het hoofdstuk
"Dashboard en bediening").
Als het lampje knippert, moet het gaspedaal worden los-
TECHNISCHE
gelaten zodat de motor met lage toerentallen draait en het
GEGEVENS
lampje niet meer knippert; u kunt met matige snelheid
doorrijden waarbij rijomstandigheden moeten worden
vermeden die kunnen leiden tot het opnieuw gaan knip-
INDEX
peren van het lampje. Wendt u zo snel mogelijk tot het
Fiat Servicenetwerk.
166
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait en het lampje U gaat niet bran-
den of het gaat branden of knipperen tijdens het
rijden (op enkele uitvoeringen verschijnt ook een
melding op het display), wendt u dan zo snel mo-
gelijk tot het Fiat Servicenetwerk. De werking van
het lampje U kan met speciale apparatuur door
de verkeerspolitie gecontroleerd worden. Houdt
u aan de wetgeving van het land waarin u rijdt.
AIRBAG PASSAGIERSZIJDE
"
UITGESCHAKELD (geel)
Het lampje " brandt als de frontairbag aan
passagierszijde is uitgeschakeld.
Als u bij ingeschakelde frontairbag aan passagierszijde de
contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje "
ongeveer 4 seconden branden en vervolgens 4 seconden
knipperen. Hierna moet het lampje doven.
ATTENTIE!