BUITENVERLICHTING
Met de linker hendel bedient u de buitenverlichting. De
verlichting werkt uitsluitend als de contactsleutel in stand
MAR staat. Als u de buitenverlichting inschakelt, gaat ook
de verlichting van het instrumentenpaneel en van de be-
dieningsknoppen op het dashboard branden.
DAGVERLICHTING (DRL) fig. 49
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als u met de sleutel in stand MAR de draaiknop in stand
zet, wordt automatisch de dagverlichting ingeschakeld;
O
de andere lampen en de interieurverlichting blijven uitge-
schakeld. De automatische inschakeling van de dagverlich-
ting kan worden in- of uitgeschakeld via het menu op het
display (zie de paragraaf "Multifunctioneel display en instel-
baar multifunctioneel display" in dit hoofdstuk). Als de dag-
verlichting wordt uitgeschakeld, dan wordt met de draai-
knop in stand
geen enkele verlichting ingeschakeld.
O
fig. 49
DIMLICHT/BUITENVERLICHTING fig. 49
Draai met de contactsleutel in stand MAR, de draaiknop in
2
stand
. Als het dimlicht wordt ingeschakeld, schakelt de
dagverlichting uit en schakelen de buitenverlichting en het
dimlicht in. Op het instrumentenpaneel gaat het controle-
lampje
branden. Draai met de contactsleutel in stand
3
STOP of met uitgenomen sleutel, de draaiknop van stand
2
in stand
; de buitenverlichting en de kentekenplaatver-
lichting schakelen in. Op het instrumentenpaneel gaat het
controlelampje
GROOTLICHT fig. 49
Druk de hendel naar voren in de richting van het dashboard,
als de draaiknop reeds in stand
stand). Op het instrumentenpaneel gaat het controlelamp-
1
je
branden. Als vervolgens de hendel naar het stuur-
wiel wordt getrokken, dan dooft het grootlicht en wordt
het dimlicht weer ingeschakeld.
GROOTLICHTSIGNAAL fig. 49
Trek de hendel naar het stuur (stand zonder vergrende-
ling). Op het instrumentenpaneel gaat het controlelampje
1
branden.
De dagverlichting is een alternatief voor
het dimlicht tijdens het rijden overdag. De-
ze dagverlichting is in bepaalde landen verplicht
en waar niet verplicht, toegestaan. De dagver-
lichting is geen vervanging voor het dimlicht tij-
dens het rijden in tunnels of in het donker. Het
gebruik van de dagverlichting is afhankelijk van
de wettelijke voorschriften van het land waarin
u zich bevindt. Houdt u aan de voorschriften.
F0U0042m
branden.
3
2
staat (vergrendelde
ATTENTIE!
WEGWIJS
IN UW
AUTO
VEILIGHEID
O
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
61