BELANGRIJK Als de portieren centraal zijn vergrendeld
WEGWIJS
en een van de voorportieren wordt van binnenuit geopend
IN UW
met de handgreep, dan wordt het betreffende portier ont-
AUTO
grendeld. Als een van de achterportieren van binnenuit
wordt geopend met de handgreep, dan wordt het be-
treffende portier ontgrendeld.
VEILIGHEID
Bij een onderbreking in de elektrische voeding (doorge-
brande zekering, losgekoppelde accu enz.) kunnen de por-
tieren altijd met de hand worden vergrendeld.
STARTEN
Als u harder dan 20 km/h rijdt, worden alle portieren au-
EN RIJDEN
tomatisch vergrendeld als in het setup-menu deze functie
is ingeschakeld (zie de paragraaf "Multifunctioneel display"
in dit hoofdstuk).
LAMPJES
EN MELDINGEN
DEAD LOCK-SYSTEEM
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit veiligheidssysteem verhindert de werking van:
NOODGEVALLEN
❒ de binnenhandgrepen;
❒ ont-/vergrendelknop A-fig. 87;
hierdoor kunnen de portieren niet van binnenuit worden
ONDERHOUD
geopend bij een inbraakpoging (bijvoorbeeld bij het in-
EN ZORG
slaan van een ruit).
Het dead lock-systeem biedt dus de beste bescherming
tegen inbraakpogingen. Daarom raden wij u aan om iedere
TECHNISCHE
keer als u de auto verlaat, het systeem in te schakelen.
GEGEVENS
INDEX
86
ATTENTIE!
Als het dead lock-systeem is ingeschakeld,
kunnen de portieren op geen enkele wijze
van binnenuit worden geopend. Controleer daar-
om, voordat u de auto verlaat, of er geen perso-
nen meer aan boord zijn. Als de batterij van de
sleutel met afstandsbediening leeg is, kan het sys-
teem alleen worden uitgeschakeld door de meta-
len baard van de sleutel in beide portiersloten te
steken en te draaien, zoals hiervoor is beschreven:
in dat geval blijft het systeem alleen op de ach-
terportieren ingeschakeld.
Systeem inschakelen
Het systeem schakelt op alle portieren automatisch in als
de knop Á op de sleutel met afstandsbediening fig. 85 twee
keer snel wordt ingedrukt.
Als het systeem is ingeschakeld, knipperen de richting-
aanwijzers 3 keer en knippert het lampje op de knop
A-fig. 87 op het schakelaarpaneel op het dashboard.
Het systeem schakelt niet in als een of meerdere portie-
ren niet goed gesloten zijn: zo wordt voorkomen dat een
persoon via het geopende portier het interieur van de
auto kan betreden en, als het portier vervolgens wordt
gesloten, de auto niet meer kan verlaten.