"Vert"-configuratie
Schakel de motor uit voordat u het
vaartuig weer rechttrekt.
stuurkolom op, zet uw voet op de
bumperrail en probeer het vaartuig
door middel van uw gewicht weer
recht te trekken.
"Moto"-zitting en
kartconfiguratie (indien
geïnstalleerd)
Voordat u het vaartuig terug rechtop
draait moet u ervoor zorgen dat de mo-
tor is uitgeschakeld. Grijp het inlaat-
rooster, stap op de bumperrail en ge-
bruik uw gewicht om het vaartuig in de
gewenste richting te draaien.
Het vaartuig kan naar elke kant worden
gewenteld.
Vaartuig onder water
Om de schade aan de motor te beper-
ken, moet u zo snel mogelijk de vol-
gende procedure uitvoeren.
Laat het water uit het ruim weglopen.
Werd het vaartuig ondergedompeld in
zoutwater, spoel het ruim en alle on-
derdelen dan schoon met zoetwater
met behulp van een tuinslang, om het
corroderende effect van het zout te
stoppen.
LET OP: Probeer nooit de motor te
starten van een vaartuig dat werd
ondergedompeld. Wanneer er wa-
ter in de motor terechtkomt kan de
motor ernstige schade oplopen.
Breng het vaartuig zo snel mogelijk
naar een erkend Sea-Doo dealer voor
een servicebeurt.
LET OP: Hoe langer u wacht om de
motor te laten nakijken, hoe groter
het risico op ernstige schade aan de
motor zal zijn.
Motor onder water
Wanneer het onmogelijk is de motor
Hef de
binnen enkele uren na te kijken, moet
u de bougiekabels loskoppelen en aan-
sluiten op een aardingsapparaat.
Start de motor nooit met verwijder-
de bougies, tenzij de bougiekabels
zijn aangesloten op een aardings-
apparaat. Wees voorzichtig wan-
neer de motor start. Er zal water
uit de bougiegaten spuiten.
Verwijder de bougies en droog ze af
met een schone, droge doek.
Dek de bougiegaten af met een lap.
Om te voorkomen dat er brandstof
wordt ingespoten en om de ontste-
king te onderbreken bij het starten,
gaat u als volgt te werk.
Druk de gashendel helemaal in terwijl
de motor nog stilligt en HOUD hem
vast terwijl u start.
OPMERKING: Een pieptoon van 1 se-
conde om de andere seconde duidt
aan dat de modus verdronken actief is.
Start de motor meermaals zodat het
water via de bougiegaten kan ontsnap-
pen.
Laat de gashendel los.
Als niet al het water wegloopt, kan
het noodzakelijk zijn om de luchtinlaat-
demper te verwijderen en het vaartuig
zo te laten overhellen dat het water via
de gasklephuizen kan weglopen.
Spuit XP-S LUBE of een gelijkwaardig
smeermiddel in de bougiegaten.
Start de motor opnieuw.
Installeer de bougies terug. Installeer
schone droge bougies, indien moge-
lijk. Sluit de kabels weer aan.
_____________________
WAARSCHUWING
69