ANDERE WAARNEMING
Te arm brandstofmengsel.
Te rijk brandstofmengsel (hoog
brandstofverbruik).
Motor oververhit
ANDERE WAARNEMING
Bewakingspieptoon weerklinkt
continu.
Motor slaat voortdurend over
ANDERE WAARNEMING
Zwakke vonk.
Motor oververhit.
Motor pingelt of klopt
ANDERE WAARNEMING
Motor accelereert onvoldoende of mist vermogen
ANDERE WAARNEMING
MOGELIJKE OORZAAK
Brandstof: Peil te laag, te oud
of verontreinigd met water.
Brandstoffilter verstopt.
Injectoren verstopt.
Sensor of MPEM defect.
Vonkafleider vuil/verstopt.
Sensor of MPEM defect.
MOGELIJKE OORZAAK
Waterinlaat jetpomp verstopt.
Koelsysteem verstopt.
MOGELIJKE OORZAAK
Bougies vuil/defect/versleten.
Zie OVERVERHITTING van de
motor.
Bougiekabels of bedrading
omgekeerd.
MOGELIJKE OORZAAK
Benzine van slechte
kwaliteit/de laag octaangetal.
Temperatuurbereik bougie te
hoog.
TDC instelling.
MOGELIJKE OORZAAK
Zwakke vonk.
Water in de brandstof of
injectieolie.
_____________________
REMEDIE
Aftappen en/of hervullen.
Raadpleeg een erkend Sea-Doo
dealer.
Reinigen of vervangen.
Raadpleeg een erkend Sea-Doo
dealer.
REMEDIE
Reinigen.
Spoel koelsysteem.
REMEDIE
Vervangen.
Raadpleeg een erkend Sea-Doo
dealer.
Sluit de bougiekabels op de
juiste plaatsen aan. Raadpleeg
anders een erkend Sea-Doo
dealer.
REMEDIE
Gebruik de aanbevolen benzine
waarvan u de kwaliteit kent.
Gebruik de aanbevolen bougies.
Raadpleeg een erkend Sea-Doo
dealer.
REMEDIE
Zie motor SLAAT OVER,
DRAAIT ONREGELMATIG.
Aftappen en vervangen.
99