1. Bergvak brandblusapparaat
2. Legplank
Maak de stuurkolomhouder na afloop
los en bevestig het uiteinde zoals
wordt getoond.
1. Uiteinde houder hier
Zorg ervoor dat het brandblusapparaat
weer op de juiste plaats wordt beves-
tigd, alvorens de motorkap opnieuw
aan te brengen.
Om de motorkap weer aan te brengen
steekt u de lip van de motorkap stevig
in de C-haak van de romp.
Het motorkaphaakje klikt duidelijk
hoorbaar vast. Trek even aan de mo-
torkap om na te gaan of ze goed ge-
sloten is. Kunt u de motorkap moeilijk
vergrendelen, controleer dan of het
brandblusapparaat op de juiste plaats
zit en er geen voorwerp op de legplank
de motorkap hindert.
______________________
36
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat uw vingers
gekneld raken bij het aanbrengen
van de motorkap, houdt u de kap
altijd vast met uw vingers in de
daartoe voorziene uitsparing, die
wordt aangeduid met een picto-
gram.
1. Lipje
2. C-haak
Zorg dat de motorkap correct wordt
vergrendeld. Kunt u de motorkap niet
vergrendelen, controleer dan of het
brandblusapparaat op de juiste plaats
zit en er geen voorwerpen op de leg-
plank de motorkap hinderen.
OPMERKING: Controleer regelmatig
of de borgpen van de motorkap nog
stevig vastzit. Span ze indien nodig
aan en let erop dat de motorkap goed
vastklikt.
Bergvak brandblusapparaat
Op de illustratie in MOTORKAPHAAK-
JE hierboven ziet u dat er in het com-
partiment een plaats is voorzien voor
een goedgekeurd brandblusapparaat
(afzonderlijk verkocht). Bevestig het
brandblusapparaat altijd op de juiste
plaats, alvorens de motorkap aan te
brengen.
LET OP: Breng het brandblusappa-
raat altijd op de juiste plaats aan.