Romp
Inspecteer de romp op barsten of be-
schadigingen.
Waterinlaat jetpomp
Verwijder wier, schelpen, afval of an-
dere voorwerpen die de waterstroom
kunnen belemmeren en het koelsys-
teem of de aandrijfeenheid kunnen
beschadigen. Reinigen indien nodig.
Kunt u bepaalde obstructies niet ver-
wijderen, doe dan een beroep op een
erkend Sea-Doo dealer voor een ser-
vicebeurt.
Inspecteer de voorste randen van de
impeller op geknikte of gebogen de-
len; deze kunnen het vermogen aan-
zienlijk verlagen.
Ruim
Staat er water in het ruim, steek het
veiligheidskoord dan in het contact om
de elektrische ruimpomp te starten.
Blijft er nog water in het ruim achter,
kantel het vaartuig dan achterover en
schroef de aftappluggen los om het
ruim volledig te ledigen.
Sluit de aftappluggen.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de aftappluggen
correct worden bevestigd, voordat
u het vaartuig te water laat.
Waterdebiet in het
koelsysteem (enkel
wanneer de temperatuur
onder of rond het
vriespunt ligt)
In noordelijke streken, wanneer het
vaartuig wordt gebruikt bij temperatu-
ren onder of rond het vriespunt (0°C
(32°F)) of wanneer het vaartuig buiten
gebruik is bij temperaturen onder of
rond het vriespunt, kan het water in de
slangen van het koelsysteem bevrie-
zen. Dit kan tot oververhitting van het
koelsysteem leiden. Om na te gaan of
het correct werkt moet u het volgende
doen alvorens het vaartuig te gebrui-
ken:
– Deze procedure moet worden uit-
gevoerd terwijl het vaartuig uit het
water is.
– Sluit een tuinslang aan op de spoel-
koppeling aan de jetpomp.
– Voer de spoeling uit volgens de aan-
wijzingen in ONDERHOUD NA GE-
BRUIK.
– Controleer of er water uit de jet-
pomp stroomt. Is dit niet zo, dan is
het water in het koelsysteem bevro-
ren en wordt het waterdebiet be-
lemmerd. Gebruik het vaartuig niet
in deze toestand.
OPMERKING: Let er ook op dat er wat
water uit de uitlaat stroomt. Contro-
leer of het water vlot uit de jetpomp
stroomt.
LET OP: Wanneer u het vaartuig ge-
bruikt met bevroren water in het
koelsysteem, kan dit tot schade aan
motorcomponenten leiden.
OPMERKING: Wanneer het water be-
vriest ontstaat er geen schade aan de
motorcomponenten omdat het water
uitzet maar wel omdat de koelwater-
stroom wordt belemmerd.
_____________________
51