Inhoudsopgave
Advertenties
Wanneer er nog circa 5 l (1,3 U.S. gal.)
in de tank is, weerklinkt er een piep-
toon als reserve-indicator en blijft het
verklikkerlichtje 'brandstofpeil laag'
knipperen. Wanneer er nog circa 3 l
(0,8 U.S. gal.) overblijft, gaat het lamp-
je uit. De pieptoon houdt aan tot de
tank wordt bijgevuld. De gecodeerde
signalen vindt u in het hoofdstuk OP-
LOSSEN VAN PROBLEMEN.
Het waarschuwingslampje gaat aan
wanneer er een probleem is met het
motorbeheersysteem. Het gaat knip-
peren wanneer er een probleem is
met het O.T.A.S.
elektrische ruimpomp.
OPMERKING: Wanneer het veilig-
heidskoord in het contact zit terwijl
de motor niet draait, blijft het waar-
schuwingslampje branden tot het
veiligheidskoord wordt verwijderd.
7) Stuurkolom
In de "vert"-configuratie kan de stuur-
kolom tijdens het varen op en neer
worden bewogen volgens de houding
van de bestuurder.
1. Stuurkolom
Een contraveer verlicht het gewicht
van de stuurkolom op het stuur. Er
is een regelaar voorzien om het ge-
wichtsgevoel aan het stuur aan te pas-
sen. Wanneer u de "moto"-zitting in-
stalleert of verwijdert, kan het aange-
wezen zijn de veerspanning bij te re-
gelen.
______________________
34
systeem of de
TM
1. Contraveer
2. Afregeling
3. Om de gewichtsinwerking op het
stuur te verlichten
4. Om de gewichtsinwerking op het
stuur te verhogen
Zet het stuur in de gewenste stand
voor gebruik. Zie STUURREGELAAR.
8) Dop brandstoftank
Schroef de dop los in tegenwijzerzin.
Breng de dop na het tanken opnieuw
aan en draai hem goed vast.
WAARSCHUWING
Stop de motor altijd voor u tankt.
Brandstof is ontvlambaar en ex-
plosief in bepaalde omstandig-
heden. Werk altijd in een goed
verluchte ruimte. Rook niet en
blijf uit de buurt van open vuur
of vonken. De brandstoftank kan
onder druk staan; draai de dop
langzaam open. Controleer het
brandstofpeil nooit met behulp
van een open vlam. Het vaartuig
moet horizontaal staan tijdens het
tanken. Vul de brandstoftank niet
te ver wanneer het vaartuig in de
zon ligt. Naarmate de tempera-
tuur stijgt, zet de brandstof uit en
kan uw tank overlopen. Wis op
het vaartuig gemorste brandstof
onmiddellijk weg. Controleer het
brandstofsysteem regelmatig.
Advertenties
Inhoudsopgave
