Samenvatting van Inhoud voor BRP Sea-Doo 3D Di 2006
Pagina 1
Gebruikershandleiding Veiligheids-, Voertuig- en Onderhoudsinformatie WAARSCHUWING Lees deze handleiding aandachtig. Ze bevat belangrijke veiligheidsinformatie. Verwijder deze Gebruikershandleiding niet uit het voertuig.
Pagina 3
In het kader van zijn beleid van voort- durende kwaliteitsverbetering en inno- vatie behoudt BRP zich het recht voor, op eender welk moment specificaties, ontwerp, kenmerken, modellen en uit- rusting te schrappen of wijzigen, zon- der dat dit enige verplichting inhoudt.
Pagina 5
15) Ontluchtingsopening koelsysteem ........38 16) Spoelkoppeling .
Pagina 6
ONDERHOUD NA GEBRUIK ............64 Algemeen onderhoud .
Pagina 7
SPECIFICATIES..............102 AFKORTINGEN DIE IN DEZE HANDLEIDING WORDEN GEBRUIKT ..105 GARANTIE INTERNATIONALE BEPERKTE GARANTIE VAN BRP: WATERSCOOTER SEA-DOO ®...
BRP raadt elke bestuurder van anten. Volg alle veiligheidsvoorschrif- een vaartuig ten zeerste aan, een cur- ten en bestuur uw vaartuig voorzich- sus vaartechnieken en veiligheid te tig.
Leg de motor altijd stil, voordat u het vaartuig omrolt. Algemeen De bevoegde nationale/regionale in- BRP beveelt een minimumleeftijd van stanties kunnen een bijkomend vei- 16 jaar aan voor de bestuurder. ligheidsonderzoek van uw vaartuig uitvoeren en u helpen om uw behoef- Het verdient zeker aanbeveling een ten te bepalen.
Pagina 12
Vergeet niet dat iedereen verplicht is, andere bootgebruikers bijstand te ver- lenen in geval van nood. __________ __________ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
VAN WAL STEKEN Wat te dragen De bestuurder moet een goedgekeurd reddingsvest dragen, dat geschikt is voor waterscooter-gebruikers. De bestuurder van het vaartuig moet een onbreekbare bril bij de hand heb- ben, wanneer de vaaromstandighe- den of persoonlijke voorkeuren dit vereisen.
Pagina 14
__________ __________ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Wat te doen Lees en begrijp alle waarschuwingsla- bels op uw Sea-Doo waterscooter, uw GEBRUIKERSHANDLEIDING, alle an- dere veiligheidsdocumenten en bekijk uw VEILIGHEIDSVIDEO aandachtig, voordat u uw vaartuig gebruikt. Ver- geet niet dat het symbool “ “, het waarschuwingssymbool, een instruc- tie aanduidt die bij niet-naleving kan leiden tot ernstige of dodelijke ver- wondingen.
VAREN Voorkomen van Veilig varen aanvaringen Vergeet niet dat u bij het loslaten van de gashendel minder goed kunt stu- Laat de gashendel niet los wanneer u ren. Zodra de motor stilligt kunt u he- een voorwerp probeert te ontwijken. lemaal niet meer sturen.
Voer geen stunts of sprongen uit. De- De bestuurder moet correct neerzitten ze kunnen leiden tot ernstige of do- alvorens het vaartuig te starten of er- delijke verwondingen. U zou bijvoor- mee te vertrekken en moet altijd blij- beeld een rugletsel kunnen oplopen bij ven zitten terwijl het vaartuig in bewe- de landing na een sprong of de con- ging is.
VAARREGLEMENT Een vaartuig besturen is vergelijkbaar Frontale tegenligger met rijden op niet-gemarkeerde we- Houd uiterst rechts. gen. Om een aanvaring met andere vaartuigen te vermijden moet er een aantal vaarregels worden nageleefd. Dit is niet alleen gezond verstand... het is de wet! Onthoud deze vaarregels Ken de voorrangsregels Vaar in het algemeen uiterst rechts en...
PLAATS VAN DE BELANGRIJKE LABELS Uw vaartuig draagt de volgende labels. Ontbrekende of beschadigde labels kun- nen gratis worden vervangen. Raadpleeg een erkend Sea-Doo dealer. Lees de volgende labels aandachtig, voordat u dit vaartuig in gebruik neemt. __________ __________ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 21
“MOTO“-CONFIGURATIE CONFIGURATIE MET KARTZITTING (INDIEN GEÏNSTALLEERD) ___________ __________ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 22
Label 1 Label 2 __________ __________ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
PLAATS VAN HET REGISTRATIENUMMER De nationale wetgeving bepaalt dat alle waterscooters geregistreerd en officieel genummerd moeten zijn. De plaats van het registratienummer verschilt van model tot model. De juiste locatie ziet u op de volgende afbeelding. Het registratienummer moet aan elke kant van het vaartuig worden aangebracht.
IDENTIFICATIENUMMERS De hoofdcomponenten van uw vaar- Motor tuig (motor en romp) zijn voorzien van Het motoridentificatienummer (E.I.N.) een verschillend serienummer. Soms bevindt zich op het bovenste carter heeft u deze nummers nodig voor ga- aan de PTO (Power Take-Off)-zijde. rantiedoeleinden of om uw vaartuig op te sporen in geval van diefstal.
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/ UITRUSTING OPMERKING: Sommige onderdelen zijn niet aanwezig of optioneel bij bepaalde modellen. “VERT”-CONFIGURATIE ______________________...
FUNCTIES VAN BEDIENINGSELEMENTEN/ INSTRUMENTEN/UITRUSTING Twee korte pieptonen geven aan dat 1) Veiligheidskoord het systeem klaar is en dat u de motor (motoruitschakelkoord) kunt starten. Gebeurt dit niet, raad- Het kapje van het veiligheidskoord pleeg dan de tabel van gecodeerde moet stevig vastgeklikt zijn in het con- signalen in het hoofdstuk OPLOSSEN tact om goed te werken.
Digitally Encoded Security System (DESS Het kapje van het veiligheidskoord is voorzien van een elektronisch circuit dat een uniek elektronisch serienum- mer bevat. Dit is de tegenhanger van een gewone sleutel. Dit veiligheidskoord kan niet worden gebruikt op een ander vaartuig en om- gekeerd kan het veiligheidskoord van een ander vaartuig ook niet op uw vaartuig worden gebruikt.
2) Stuur WAARSCHUWING Het stuur regelt de richting van het Voordat u met uw vaartuig gaat va- vaartuig. Wanneer u het stuur naar ren: rechts draait, zwenkt het vaartuig naar – Zorg dat de stuurkolom correct rechts en omgekeerd. is ingesteld en vergrendeld. –...
Wanneer u het stuur in de hoogte verstelt, verandert de stand van de start/stopknoppen. Zie STUURREGE- LAAR hierboven. 1. Motorstart/stopknoppen 6) Verklikkerlichtjes 1. Gashendel cluster O.T.A.S. systeem (Off-Throttle Assisted Steering) Het O.T.A.S. (Off-Throttle Assisted Steering) systeem verhoogt de ma- noeuvreerbaarheid van uw vaartuig wanneer u geen gas geeft.
Wanneer er nog circa 5 l (1,3 U.S. gal.) in de tank is, weerklinkt er een piep- toon als reserve-indicator en blijft het verklikkerlichtje ’brandstofpeil laag’ knipperen. Wanneer er nog circa 3 l (0,8 U.S. gal.) overblijft, gaat het lamp- je uit.
Installeer de stuurkolomhouder om te 9) Motorkaphaakje voorkomen dat de kolom naar bene- LET OP: De motorkap mag alleen den valt. worden verwijderd wanneer het vaartuig uit het water is. Als u WAARSCHUWING de motorkap verwijdert terwijl het vaartuig in het water ligt, kan er Installeer de stuurkolomhouder water binnendringen in het ruim.
Pagina 38
WAARSCHUWING Om te voorkomen dat uw vingers gekneld raken bij het aanbrengen van de motorkap, houdt u de kap altijd vast met uw vingers in de daartoe voorziene uitsparing, die wordt aangeduid met een picto- gram. 1. Bergvak brandblusapparaat 2. Legplank Maak de stuurkolomhouder na afloop los en bevestig het uiteinde zoals wordt getoond.
Breng de dop opnieuw aan en draai Legplank hem goed vast. Op de illustratie hierboven ziet u dat dit een handige legplank is om persoon- WAARSCHUWING lijke voorwerpen op te bewaren. De legplank dient onder meer om de ver- Voeg niet teveel toe. Breng de dop plichte “veiligheidsuitrusting voor klei- opnieuw aan en draai hem goed ne vaartuigen”...
Hekoog OPMERKING: Het kan nodig zijn het motortoerental iets te verhogen om Deze ogen kunnen worden gebruikt een waterstroom te zien ontsnappen. om het vaartuig vast te binden. LET OP: Als er geen water uit de uit- laat komt binnen enkele seconden nadat de motor werd gestart, leg de motor dan onmiddellijk stil en lees de instructies voor de SPOE-...
1. Aftappluggen 2. Aandraaien 1. Trimknop 3. Losschroeven Er zijn referentiecijfers aangebracht Kantel het vaartuig licht achteruit zodat die de stand van de straalbuis aandui- al het water uit het ruim wegloopt. den en de afregeling vereenvoudigen. Om het ruimwater af te tappen plaatst u het vaartuig het best op een hellend vlak.
1. Toegangsklep achteraan Om de klep te verwijderen maakt u de 1. Waterinlaat kapjes los met een kleine schroeven- 2. Rijplaat draaier. Verwijder de schroeven met de klei- 21) Zekeringen ne schroevendraaier uit de gereed- De zekeringen bevinden zich in het schapsset en trek de klep eruit.
Pagina 43
OPMERKING: Het verdient aanbeve- ling de “moto“-zitting uit te klappen of weg te bergen terwijl het vaartuig uit het water is of stevig ligt aangemeerd. Is dit niet mogelijk, doe het dan op rus- tig water. Installeren van de “moto”-zitting WAARSCHUWING Alvorens de “moto”-zitting te in- stalleren of weg te bergen.
Pagina 44
LET OP: Houd de zitting hoog ge- noeg, zodat u voldoende plaats heeft om de zittingstut uit te trek- ken zonder de romp te raken. Trek de rode grendelhefboom achter- uit en trek de stut uit de zitting. 1. Stut verticaal 2.
Pagina 45
1. Schuif zitting achteruit 1. Houd stuur vast 2. Druk zitting stevig naar beneden Duw de zitting vooruit zodat de zitting- Trek de zitting omhoog om te contro- stut verticaal komt te staan. Hef de leren of ze goed is vergrendeld. zitting op zodat de stut uit de houder komt.
26) Stuthouder “moto”-zitting De zittingstut wordt op het dek ver- grendeld in de houder. Gedetailleer- de instructies vindt u in INSTALLA- TIE/OPBERGEN “MOTO”-ZITTING hierboven. Druk de stut stevig in de zitting tot hij hoorbaar vastklikt. LET OP: Houd de zitting hoog ge- noeg zodat de stut de romp niet raakt bij het inklappen.
Pagina 47
De afstandstukken hebben 2 trapjes Installeren van de zitting en zijn geschikt voor verschillende beenlengtes. Gebruik het trapje dat WAARSCHUWING het best past bij uw been lengte. Be- Voordat u de kartzitting installeert: vestig de afstandstukken stevig in de Verwijder of installeer de kartzit- voetenruimtes van het vaartuig.
1. Hendel 2. Ingedrukt houden 3. Hef zitting op 1. Trek borgmechanisme eruit LET OP: Bewaar de zitting altijd rechtop om blijvende vervorming Duw de stuurkolom verder naar bene- van de schuimvorm te voorkomen den tot het borgmechanisme in de be- en laat er nooit voorwerpen op lig- vestigingshaak kan worden gestoken.
VLOEISTOFFEN LET OP: Volg de instructies in dit WAARSCHUWING hoofdstuk nauwgezet. Als u dit niet Stop de motor altijd voor u tankt. doet kan dit de levensduur en/of Brandstof is ontvlambaar en ex- werking van de motor in het ge- plosief in bepaalde omstandig- drang brengen.
LET OP: Gebruik nooit injector-rei- LET OP: Gebruik nooit petroleum nigingsproducten voor DI-model- voor viertaktmotoren of syntheti- len. Deze kunnen additieven bevat- sche motorolie en meng deze nooit ten die onderdelen van de injector met motorolie voor buitenboord- kunnen beschadigen. motoren.
INVAARPERIODE LET OP: Volg de instructies in dit hoofdstuk nauwgezet. Als u dit niet doet kan dit de levensduur en/of werking van de motor in het ge- drang brengen. De Sea-Doo waterscooter met Rotax ® motoren moet een invaarperiode van 10 uur doorlopen, voordat hij continu op volle kracht mag varen.
CONTROLE VOOR GEBRUIK WAARSCHUWING De inspectie van uw vaartuig voor elk gebruik is erg belangrijk. Controleer voor u vertrekt altijd of alle bedieningselementen, veiligheidsvoorzienin- gen en mechanische onderdelen goed werken. Als dit niet gebeurt, loopt u risico op ernstige of zelfs dodelijke verwondingen. Neem alle wettelijk voorgeschreven veiligheidsuitrusting mee.
Romp Waterdebiet in het koelsysteem (enkel Inspecteer de romp op barsten of be- schadigingen. wanneer de temperatuur onder of rond het Waterinlaat jetpomp vriespunt ligt) Verwijder wier, schelpen, afval of an- In noordelijke streken, wanneer het dere voorwerpen die de waterstroom vaartuig wordt gebruikt bij temperatu- kunnen belemmeren en het koelsys- ren onder of rond het vriespunt (0°C...
– Wacht tot het ijs smelt of giet wat Motorcompartiment warm water over de onderdelen van het koelsysteem en de motor. WAARSCHUWING Herhaal de spoeling daarna om te Start de motor niet als u lekkage of verzekeren dat het water onge- een benzinegeur vaststelt.
VTS (Variabel trimsysteem) (indien geïnstalleerd) Regel het VTS nauwkeurig af volgens uw voorkeuren en de wateromstan- digheden. Veiligheidskoord en motorstart/stopknop Controleer of de beide schakelaars goed werken. Start en stop de motor met behulp van elke schakelaar indivi- dueel. WAARSCHUWING Als het kapje van het veiligheids- koord loskomt of niet in het contact blijft zitten, moet u het onmiddel-...
BEDIENINGSINSTRUCTIES WAARSCHUWING Voer de CONTROLE VOOR GE- BRUIK altijd uit voordat u het vaar- tuig gebruikt. Maak u grondig vertrouwd met alle bedieningsele- menten en hun werking. Vraag al- tijd raad aan een erkend Sea-Doo dealer als u een bedieningsele- ment of instructie niet helemaal begrijpt.
Pagina 57
Wanneer hij het vaartuig voor het Sturen eerst gebruikt, moet de bestuurder het variabele trimsysteem (VTS) leren kennen bij verschillende snelheden en wateromstandigheden. Bij het va- ren op kruissnelheid wordt doorgaans een gemiddelde trimstand toegepast. Ervaring alleen kan u leren welke trim- stand is aangewezen in elke situatie.
Pagina 58
WAARSCHUWING Om de richting van het vaartuig te veranderen moet u gas geven en aan het stuur draaien. De stuur- prestatie is afhankelijk van de la- ding, de wateromstandigheden en omgevingsfactoren zoals de wind. In tegenstelling tot een auto moet u bij een vaartuig gas geven om te kun- nen draaien.
O.T.A.S. systeem (Off-Throttle Assisted Steering) Het O.T.A.S. (Off-Throttle Assisted Steering) systeem verhoogt de ma- noeuvreerbaarheid van uw vaartuig wanneer u geen gas geeft. O.T.A.S. systeem wordt elektronisch geactiveerd en verhoogt het motor- toerental licht, wanneer de bestuurder een scherpe bocht maakt zonder gas te geven.
Pagina 60
LET OP: Wanneer u de motor start of gaat varen in ondiep water, kun- nen er zand, kiezelsteentjes of ste- nen worden opgezogen in de jet- pomp, met ernstige schade aan de impeller of andere pomponderde- len tot gevolg. Opstappen in diep water Zwem naar de achterkant van het vaar- tuig.
OPMERKING: Om aan boord te gaan van een vaartuig met kartzitting-confi- guratie (indien geïnstalleerd) kunt u de zitting gebruiken als bijkomend steun- punt om in evenwicht te blijven. Neem de juiste vaarhouding aan zodra u aan boord bent. Motor-startprocedure Voorbereiding Voordat u het vaartuig van de aanhang- wagen laadt, kunt u het ongeveer 10 seconden starten om te controleren of...
Bevestig het veiligheidskoord aan uw LET OP: Houd de start/stopknop reddingsvest en steek het kapje in het nooit langer dan 30 seconden in- contact voordat u de motor start. gedrukt om oververhitting van de starter te voorkomen. Laat een OPMERKING: Wanneer u iets anders rustperiode tussen twee startpogin- hoort dan 2 korte pieptonen van het gen zodat de starter kan afkoelen.
Pagina 63
WAARSCHUWING WAARSCHUWING Houd het stuur niet vast wanneer u Om controleverlies te voorkomen valt. Anders kunt u verwondingen moet u voor het uitvaren altijd na- oplopen. gaan of de zitting goed is vergren- deld. LET OP: Wanneer u het stuur vast- houdt terwijl u valt, kunnen de WAARSCHUWING stuurkolom of andere componen-...
Stoppen/aanleggen WAARSCHUWING Het vaartuig vertraagt door de water- – De juiste vaarhouding in de weerstand. De afstand nodig om te kartconfiguratie is zittend op de stoppen is afhankelijk van de grootte kartzitting. Het is niet aan te ra- van het vaartuig, zijn gewicht, snel- den te varen in de “vert”-positie heid, toestand van het wateropper- (m.a.w.
Aanleggen op het strand LET OP: Het is niet aan te raden met het vaartuig tot op het strand te va- ren. Nader het strand langzaam en schakel de motor uit met het veiligheidskoord, voordat het water minder dan 90 cm (3 voet) diep wordt onder het laagste punt van de romp.
ONDERHOUD NA GEBRUIK LET OP: Wanneer u de volgen- WAARSCHUWING de onderhoudstaken niet uitvoert: Laat de motor afkoelen voordat u spoelen van het vaartuig, spoelen onderhoudstaken uitvoert. en corrosiebehandeling van het koelsysteem, wanneer het vaartuig wordt gebruikt in zoutwater, zal Algemeen onderhoud dit leiden tot beschadiging van het Haal het vaartuig elke dag uit het wa-...
Spuit XP-S LUBE of een gelijkwaar- dig smeermiddel door het gat van de luchtinlaatdemper en laat de motor nog een minuut hoog stationair draai- 1. Spoelkoppeling OPMERKING: De snelkoppeladapter moet na afloop worden verwijderd. Spoeling en smering Om het uitlaatkoelsysteem te spoelen start u de motor en opent dan onmid- dellijk de waterkraan.
Breng diëlektrisch vet (bestand tegen zoutwater) aan op de accupolen en ka- belaansluitingen. LET OP: Laat nooit lappen of werk- tuigen in het motorcompartiment of het ruim achter. 1. Aardingsapparaat Verwijder de beide bougies en spuit XP-S LUBE of een gelijkwaardig smeermiddel in elke cilinder.
SPECIALE PROCEDURES Terugkeermodus Oververhitting van de motor Bewakingssysteem LET OP: Als de bewakingspieptoon Om u te helpen bij het gebruik van continu weerklinkt, moet u de mo- het vaartuig bewaakt een systeem de tor onmiddellijk stoppen. elektronische componenten van het Voer de procedure REINIGEN VAN brandstofinjectiesysteem en bepaalde componenten van het elektrisch sys-...
Een verstopping met wier kan als volgt worden verholpen. Reiniging in het water Schommel het vaartuig meermaals heen en weer terwijl u herhaaldelijk kort op de motorstart/stopknop drukt zonder de motor te starten. Meestal kan de verstopping zo worden verhol- pen.
Motor onder water ”Vert”-configuratie Schakel de motor uit voordat u het Wanneer het onmogelijk is de motor vaartuig weer rechttrekt. Hef de binnen enkele uren na te kijken, moet stuurkolom op, zet uw voet op de u de bougiekabels loskoppelen en aan- bumperrail en probeer het vaartuig sluiten op een aardingsapparaat.
WAARSCHUWING WAARSCHUWING Sluit de bougiekabels altijd weer Sluit de bougiekabels altijd weer aan op de bougies waarvan ze wer- aan op de bougies waarvan ze wer- den losgekoppeld. den losgekoppeld. Start de motor normaal. Start de motor volgens de aanwijzin- gen hierboven.
Zo voorkomt u dat het koelsysteem WAARSCHUWING volloopt, wat zou kunnen leiden tot het Laad de accu niet op of bij ter- onderlopen van het uitlaatsysteem en wijl hij in het vaartuig geïnstalleerd water in de cilinders. Wanneer de mo- is.
Bombardier Recreational Products vironmental Protection Agency (EPA). Inc. (BRP), werden gecertificeerd Bij de fabricage moet elke motor wor- door de EPA en voldoen aan de vereis- den voorzien van een emissie-infor- ten uit de voorschriften ter beperking matielabel, waarop het emissieniveau van de luchtvervuiling door nieuwe en de motorspecificaties staan.
Deze vaartuigen zijn ontworpen met onderdelen waarvan de afmetingen zowel in het metrisch als het UK-stel- sel zijn uitgedrukt. Vervang bevesti- gingsonderdelen door de door BRP aanbevolen onderdelen. Voor meer service-informatie kunt u contact op- nemen met uw erkend Sea-Doo dea- ler.
ONDERHOUDSSCHEMA Periodieke inspectie Alle mechanische producten vragen routine-onderhoud. Een periodieke inspec- tie draagt bij tot de levensduur van het product. Het onderstaande onderhoudsschema bevat richtlijnen voor het regelmatige on- derhoud van het vaartuig en de tijdstippen waarop dit dient te gebeuren door u of een erkend Sea-Doo dealer.
Pagina 79
PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA EERSTE 10 UUR A: AFREGELEN 25 UUR OF 3 MAANDEN C: REINIGEN I: INSPECTEREN 50 UUR OF 6 MAANDEN L: SMEREN R: VERVANGEN 100 UUR OF 1 JAAR T: TAAK VERVOLGEN UIT TE VOEREN DOOR ONDERDEEL/TAAK LEGENDE KOELSYSTEEM Doorspoelen Gebruiker (1) Iedere 10 uur bij...
Pagina 80
PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA EERSTE 10 UUR A: AFREGELEN 25 UUR OF 3 MAANDEN C: REINIGEN I: INSPECTEREN 50 UUR OF 6 MAANDEN L: SMEREN R: VERVANGEN 100 UUR OF 1 JAAR T: TAAK VERVOLGEN UIT TE VOEREN DOOR ONDERDEEL/TAAK LEGENDE ELEKTRISCH SYSTEEM Elektrische aansluitingen en bevestiging, ontstekingssysteem, schakelkast, Dealer...
Pagina 81
PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA EERSTE 10 UUR A: AFREGELEN 25 UUR OF 3 MAANDEN C: REINIGEN I: INSPECTEREN 50 UUR OF 6 MAANDEN L: SMEREN R: VERVANGEN 100 UUR OF 1 JAAR T: TAAK VERVOLGEN UIT TE VOEREN DOOR ONDERDEEL/TAAK LEGENDE ROMP EN CARROSSERIE Aftappluggen (in ruim), controleren op Gebruiker verstopping...
ONDERHOUD WAARSCHUWING Voer enkel werkzaamheden uit die in deze handleiding worden beschreven. Het verdient aanbe- veling de andere onderdelen/sys- temen, die niet in deze handleiding worden behandeld, regelmatig te laten nakijken door een erkend Sea-Doo dealer. Tenzij anders ver- meld, mag de motor niet draaien en moet het veiligheidskoord uit het contact worden verwijderd voor alle onderhoudswerken.
LET OP: Probeer nooit de schroef Inspectie gaskabel voor het stationair toerental af te regelen. Deze werd in de fabriek Gaskabel gekalibreerd. Druk de gashendel in en laat hem los. Hij moet vlot bewegen en zonder aar- Brandstof- en oliefilters zeling terugkeren naar zijn beginstand.
Beweeg de stuurkolom op en neer. WAARSCHUWING Deze moet vrij en vlot bewegen zon- Als uw vaartuig niet slaagt voor der voelbare weerstand. Spoel het een van de voornoemde tests, ge- scharnierpunt van de stuurkolom an- bruik het dan niet meer en doe een ders met zoetwater en smeer het met beroep op een erkend Sea-Doo XP-S LUBE.
1. Vergrendelingsmechanisme 2. Structuur zitting 3. Controleer de zittingstut op speling 1. Controleer lip zitting en verankeringsplaat 4. Controleer de structuur van de zitting 2. Controleer vergrendelingsmechanisme op laterale speling WAARSCHUWING Inspecteer de zittingstuthouder in het dek. Let op vuil, zand of ande- Als uw vaartuig niet slaagt voor re verontreinigingen.
De straalbuis moet op en neer bewe- gen zonder de venturibuis te hinderen. 1. Zekering 2. Controleer of ze is doorgebrand 1. Regelknop 3. Capaciteit 2. Straalbuis naar boven of beneden 3. Straalbuis naar boven richten WAARSCHUWING 4. Straalbuis naar beneden richten Gebruik geen zekering met een LET OP: De trimring en/of straalbuis hogere capaciteit, om ernstige...
MPEM De MPEM bevindt zich voor de motor. smo2006-003-002_a IDENTIFICATIE ZEKERINGEN 1. 15 A, injectiesysteem 2. 25 A, accu 3. 3 A, reserve (niet gebruikt) 4. 25 A, regelaar (oplaadsysteem) smo2006-003-001_a 5. 3 A, ruimpomp 1. Olietank 6. 15 A, brandstofpomp 2.
Pagina 88
Inspecteer de knalpot, accu, brand- WAARSCHUWING stoftank en oliereservoir-bevestigings- Installeer de stuurkolomhouder al- onderdelen. Controleer de elektrische tijd onmiddellijk nadat u de motor- aansluitingen visueel op corrosie en kap heeft verwijderd, zodat de ko- vastheid. lom stevig vaststaat terwijl u in het Inspecteer de romp en het waterin- motorcompartiment werkt.
LET OP: De motorkap, voor- en bo- venkant van de stuurkolom moeten worden schoongemaakt met een flanellen doek of gelijkaardig mid- del, om beschadigingen van het oppervlak te voorkomen. Krassen op de motorkap, de voor- en bovenkant van de stuurkolom kunt u verwijderen met BOMBARDIER* krasverwijderingskit (stuknr.
SLEPEN, BEWARING EN VOORBEREIDING OP HET VAARSEIZOEN WAARSCHUWING Transport Zorg ervoor dat de doppen van het Controleer voor het transport of de oliereservoir en de brandstoftank goed kartzitting (indien geïnstalleerd) of gesloten zijn. “moto“-zitting stevig is bevestigd. WAARSCHUWING Een Sea-Doo hoes is nuttig om uw vaartuig te beschermen, vooral tijdens Kantel dit voertuig nooit op zijn het transport over stoffige wegen.
Modellen met stuurkolom- borgmechanisme Trek het borgmechanisme uit de stuur- kolom en houd het tegen terwijl u de kolom in de juiste stand zet. 1. Bind stuurkolom hier vast LET OP: Wanneer u het vaartuig transporteert zonder de stuurkolom vast te binden, kan het vaartuig schade oplopen.
Pagina 92
Spoelen/reparatie van de WAARSCHUWING carrosserie Stop de motor altijd voor u tankt. Was de carrosserie met zeepsop Brandstof is ontvlambaar en ex- (gebruik enkel milde reinigingspro- plosief in bepaalde omstandig- ducten). Spoel grondig met zoetwa- heden. Werk altijd in een goed ter.
Pagina 93
LET OP: Er moet antivries aan het koelsysteem worden toegevoegd. Anders zal het achtergebleven wa- ter bevriezen. Voor deze bewerking is een goede technische kennis van het verloop van het koelsysteem vereist. Als de vorstbescherming niet correct wordt uitgevoerd kan het water dat achterblijft in de mo- tor/het uitlaatsysteem bevriezen en ernstige schade veroorzaken.
Pagina 94
smo2006-003-016_a 1. Magneto-afvoerslang 2. Slangklem Ontluchting motorcompressor Blijf antivries toevoegen, totdat er antivries verschijnt aan de wateraf- voerslang van de luchtcompressor. TYPISCH A. 61 cm (2 voet) voor goede antivriesdoorstroming Giet antivriesmengsel in de motor tot de gekleurde oplossing verschijnt aan de ontluchtingsopening van het koel- systeem.
Pagina 95
Voeg antivries toe tot de vloeistof uit De volgende stappen moeten wor- de tijdelijke slang aan de afvoer van de den uitgevoerd om een verhoogde cone pipe stroomt. bescherming van het vaartuig te ga- randeren. Reinig het ruim met heet water en een schoonmaakmiddel of speciaal reini- gingsmiddel.
De componenten in het motor- compartiment kunnen heet zijn. Vervang componenten die niet in goede staat verkeren door origi- nele onderdelen van BRP of een goedgekeurd equivalent. ______________________...
Schema voorbereiding op het seizoen OPMERKING: Het verdient zeker aanbeveling de jaarlijkse veiligheidsinspectie, door de fabrikant voorgeschreven ingrepen en de voorbereiding op het vaarsei- zoen allemaal tegelijkertijd te laten uitvoeren door een erkend Sea-Doo dealer. UIT TE WERKZAAMHEDEN VOEREN DOOR Smering/corrosiebescherming Gebruiker ALGEMEEN...
Pagina 98
UIT TE WERKZAAMHEDEN VOEREN DOOR Afregeling/inspectie stuursysteem Dealer Toestand stuurkolom Dealer STUURSYSTEEM Toestand stuur en regelaar Dealer Toestand “Moto”-zitting Dealer O.T.A.S. SYSTEEM Controleren werking O.T.A.S. systeem Dealer VTS (Variabel trimsysteem) (indien geïnstalleerd) Dealer Inspectie aandrijfsysteem Dealer AANDRIJFSYSTEEM Verversen olie jetpomp Dealer Inspectie van aanzuigopeningen hoossysteem Dealer...
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN De onderstaande tabel kan u helpen om de oorzaak te achterhalen van eenvou- dige storingen. Veel van deze problemen zult u vrij snel kunnen verhelpen, maar sommigen laat u beter over aan een ervaren technicus. Doe in dit geval een be- roep op een erkend Sea-Doo dealer voor een servicebeurt.
Pagina 100
Motor start niet ANDERE WAARNEMING MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Motor wentelt niet. Veiligheidskoord verwijderd. Installeer kapje in contact. Zekering MPEM doorgebrand. Controleer de bedrading en vervang de zekering(en). Accu ontladen. Raadpleeg een erkend Sea-Doo dealer. Accu-aansluitingen Raadpleeg een erkend Sea-Doo gecorrodeerd of los. Slechte dealer.
Pagina 101
ANDERE WAARNEMING MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Te arm brandstofmengsel. Brandstof: Peil te laag, te oud Aftappen en/of hervullen. of verontreinigd met water. Brandstoffilter verstopt. Raadpleeg een erkend Sea-Doo Injectoren verstopt. dealer. Sensor of MPEM defect. Te rijk brandstofmengsel (hoog Vonkafleider vuil/verstopt. Reinigen of vervangen.
Pagina 102
Motor vaartuig kan niet hoger dan stationair draaien ANDERE WAARNEMING MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Verwijder het veiligheidskoord Het bewakingssysteem heeft het vaartuig in terugkeermodus en installeer het opnieuw in het contact. Raadpleeg een erkend gezet omwille van een technisch defect. Sea-Doo dealer. Het vaartuig bereikt zijn topsnelheid niet ANDERE WAARNEMING MOGELIJKE OORZAAK...
Pagina 103
Stuurkolom is zwaarder dan normaal ANDERE WAARNEMING MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE Verstel de regelaar om het Afregeling contraveer stuurkolom. gewicht aan het stuur te reduceren. Zie STUURKOLOM. Contraveer stuurkolom is Raadpleeg een erkend Sea-Doo gebroken. dealer. Stuurkolom is stroever dan normaal ANDERE WAARNEMING MOGELIJKE OORZAAK REMEDIE...
SPECIFICATIES VOERTUIGEN MOTOR Type Rotax 947 DI, 2-takt ® Inductietype Reed-klep Uitlaatsysteem Watergekoeld Uitlaatklep Rotax Adjustable Variable Exhaust (RAVE) Type Olie-injectie Smering Olietype XP-S synthetische 2-taktolie Aantal cilinders Cilinderinhoud 951,2 cc (58 cu. in.) Boring 88 mm (3,465 in.) Slag 78,20 mm (3,079 in.) Compressieverhouding (gecorrigeerd) 6.0:1...
Pagina 105
VOERTUIGEN Accu 25 A Regelaar 25 A (oplaadsysteem) Brandstofpomp 15 A Zekering Injectiesysteem 15 A Ruimpomp Reserve (niet gebruikt) Hoofdzekering 30 A BRANDSTOFSYSTEEM Type Gewone loodvrije benzine Brandstof Minimumoctaan- In Noord-Amerika: 87 (R + M)/2 getal Buiten Noord-Amerika: 91 RON Orbital directe brandstofinjectie, Brandstofinjectie twin-gasklephuis (46 mm (1,81 in.))
Pagina 106
VOERTUIGEN INHOUD Brandstoftank (inclusief reserve) 35 l (9,2 U.S. gal) Brandstoftankreserve (vanaf signaal Circa 5 l (1,3 U.S. gal) brandstofpeil laag) Olie-injectiereservoir 4 l (1 U.S. gal) Inhoud 100 ml (3,4 U.S. oz.) Impellerasreservoir Oliepeil Tot de plug Bombardier Recreational Products Inc. behoudt zich het recht voor het ontwerp en de specificaties van zijn producten te wijzigen en/of toevoegingen of verbe- teringen aan te brengen, zonder dat dit enige verplichting inhoudt om deze te installeren op eerder vervaardigde producten.
AFKORTINGEN DIE IN DEZE HANDLEIDING WORDEN GEBRUIKT AFKORTING BESCHRIJVING Wisselstroom American petroleum institute CARB California air resource board Gelijkstroom Digitally Encoded Security System (digitaal gecodeerd DESS beveiligingssysteem) E.I.N. Motoridentificatienummer Environmental protection agency Lichtdiode Magneto Multi-purpose electronic module (multifunctionele MPEM elektronische module) Mijl per uur n.v.t.
WATERSCOOTER SEA-DOO ® DI 2006 1. TOEPASSINGSBEREIK Bombardier Recreational Products Inc. (“BRP”) levert garantie op zijn Sea-Doo waterscooters bouwjaar 2006 voor materiaal- of fabricagefouten gedurende de hieronder beschreven periode. Alle originele BRP-onderdelen en -accessoires, die worden geïnstalleerd door een erkend BRP-distributeur/dealer (zoals hierna gedefinieerd) op het ogenblik van de levering van de Sea-Doo waterscooter, genieten dezelfde garantie als de water- scooter.
BRP. 5. WAT BRP ZAL DOEN De verplichtingen van BRP in het kader van deze garantie beperken zich tot de re- paratie van onderdelen die bij normaal gebruik, onderhoud en service defect zijn gebleken of, naar eigen inzicht, de vervanging van deze onderdelen door nieuwe originele BRP-onderdelen zonder aanrekening van onderdelen en werkuren, uit- gevoerd door een erkend BRP distributeur/dealer naar keuze.
Gebeurt dit toch, dan zijn deze niet afdwingbaar van BRP. BRP behoudt zich het recht voor, deze garantie op elk gewenst ogenblik te wij- zigen. Dergelijke wijzigingen zullen echter geen invloed hebben op de garantie- voorwaarden die van toepassing waren op producten, die tijdens de geldigheids- duur van deze garantie werden verkocht.
In geval van een mengingsverschil of dispuut in verband met deze beperkte garantie van BRP, stelt BRP voor om samen met de dealer naar een oplossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder van de erkende dealer.
Wenst u dat uw naam en adres niet worden vrijgegeven, gelieve dit dan schriftelijk te melden op onderstaand adres: BRP European Distribution Warranty Department Chemin de Messidor 5–7...
Wanneer u de nieuwe eigenaar bent, dient u een bewijs toe te voegen dat de vorige eigenaar heeft ingestemd met de overdracht. Wanneer u BRP op de hoogte brengt, zelfs nadat de beperkte garantie is afge- lopen, kan BRP u bereiken indien dit nodig zou zijn, bijvoorbeeld als er water- scooters zouden worden teruggeroepen om veiligheidsredenen.