9) Motorkaphaakje
LET OP: De motorkap mag alleen
worden verwijderd wanneer het
vaartuig uit het water is. Als u
de motorkap verwijdert terwijl het
vaartuig in het water ligt, kan er
water binnendringen in het ruim.
Heeft u iets uit het bergvak of het
brandblusapparaat nodig terwijl
u zich op het water bevindt, scha-
kel dan eerst de motor uit. Zorg
dat het water rustig is en houd het
vaartuig stabiel. Open de motor-
kap gedeeltelijk, net ver genoeg om
het bergvak te bereiken. Sluit en
vergrendel de motorkap weer zo
snel mogelijk.
Door de motorkap te verwijderen
krijgt u toegang tot het bergvak van
het brandblusapparaat, de legplank,
de gereedschapsset en het motor-
compartiment.
Stop eerst de motor, zet vervolgens
de stuurkolom in de hoogste stand en
vergrendel ze.
Trek de grendel omhoog om de motor-
kap te ontgrendelen.
Hef het achterste deel van de motor-
kap omhoog en trek het achteruit om
het te verwijderen.
1. Stuurkolom in de hoogste stand
2. Motorkaphaakje
3. Omhoog trekken
4. Hef de kap op
Installeer de stuurkolomhouder om te
voorkomen dat de kolom naar bene-
den valt.
Installeer de stuurkolomhouder
altijd onmiddellijk nadat u de mo-
torkap heeft verwijderd, zodat de
kolom stevig vaststaat terwijl u
in het motorcompartiment werkt.
Anders kan de stuurkolom onver-
wachts naar beneden vallen en de
persoon eronder raken.
1. Steek houder hier in
De componenten in het motor-
compartiment kunnen heet zijn.
Raak geen elektrische componen-
ten aan wanneer u de motor start
of laat draaien. Laat nooit enig
voorwerp, lap, werktuig e.d. in
het motorcompartiment of het
ruim achter.
_____________________
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
35