LET OP: Gebruik nooit injector-rei-
nigingsproducten voor DI-model-
len. Deze kunnen additieven bevat-
ten die onderdelen van de injector
kunnen beschadigen.
Aanbevolen olie
WAARSCHUWING
Voeg niet teveel toe. Breng de dop
opnieuw aan en draai hem goed
vast. Olie is ontvlambaar. Wis in
het ruim gemorste olie onmiddel-
lijk weg.
Gebruik alleen injectieolie voor twee-
taktmotoren die wordt verkocht door
erkende Sea-Doo dealers.
MODELLEN
3D
DI
TM
(1)
LET OP: (1) XP-S synthetische 2-tak-
tolie werd speciaal ontwikkeld en
getest voor de zeer veeleisende
947 DI motoren. Bij gebruik van
een tweetaktolie van een ander
merk vervalt de beperkte garantie.
Gebruik alleen XP-S synthetische
2-taktolie. Er is momenteel geen
enkel gelijkwaardig product op de
markt. Indien er een gelijkwaardig
alternatief beschikbaar wordt, mag
dit worden gebruikt.
XP-S synthetische 2-taktolie zorgt
voor een superieure smering, vermin-
derde slijtage van motorcomponen-
ten en olieafzetting en garandeert zo
topprestaties en minimale wrijving.
Deze synthetische injectieolie vol-
doet aan de meest recente ASTM- en
JASO-normen op het vlak van biolo-
gisch afbreekbaarheid en beperking
van rookemissie.
______________________
48
OLIETYPE
XP-S synthetische
2-taktolie
LET OP: Gebruik nooit petroleum
voor viertaktmotoren of syntheti-
sche motorolie en meng deze nooit
met motorolie voor buitenboord-
motoren.
Gebruik geen NMMA
TC-W, TC-W2 of TC-W3 olie voor
tweetakt-buitenboordmotoren
asvrije tweetakt-motorolie. Meng
geen API TC olie van verschillende
merken, om chemische reacties te
vermijden die ernstige motorscha-
de zouden kunnen veroorzaken.
LET OP: Gebruik NOOIT 4-taktolie
en bewaar geen 2-taktolie in een le-
ge bus van 4-taktolie. Als er vier-
taktolie in het systeem terechtkomt,
moet het hele oliesysteem (pomp,
reservoir, leidingen, kleppen enz.)
grondig worden gereinigd.
Olie-injectiesysteem
Dit vaartuig is uitgerust met een
olie-injectiesysteem dat geen ma-
nuele menging van brandstof en olie
vereist.
Er moet altijd voldoende injectieolie in
het reservoir zitten.
U gebruikt het best een trechter om
de olie in het reservoir te gieten. Stop
met bijvullen zodra u olie ziet op on-
geveer 13 mm (1/2 in) van de boven-
kant van het reservoir. Voeg niet te-
veel toe.
LET OP: Er moet altijd voldoende
injectieolie in het reservoir zitten.
Controleer het oliepeil bij elke tank-
beurt en voeg indien nodig olie toe.
Voeg niet teveel toe. Als de mo-
tor zonder olie valt kan hij ernsti-
ge schade oplopen. Als u vaststelt
dat het oliereservoir bijna leeg is,
kan er lucht zijn binnengedrongen
en moet het systeem worden ont-
lucht. Doe onmiddellijk een beroep
op een erkend Sea-Doo dealer voor
een inspectie van het olie-injectie-
systeem.
of