1. Gashendel
O.T.A.S.
TM
systeem
(Off-Throttle Assisted Steering)
Het O.T.A.S. (Off-Throttle Assisted
Steering) systeem verhoogt de ma-
noeuvreerbaarheid van uw vaartuig
wanneer u geen gas geeft.
O.T.A.S. systeem wordt elektronisch
geactiveerd en verhoogt het motor-
toerental licht onder een voorgepro-
grammeerd toerental, wanneer de
bestuurder een scherpe bocht maakt.
Zodra het stuur terug in zijn centrale
stand staat, vertraagt de motor op-
nieuw tot stationair toerental.
5) Motorstart/stopknop
Om de motor te starten houdt u de
start/stopknop ingedrukt. Laat hem
onmiddellijk los nadat de motor is ge-
start.
Om de motor te stoppen laat u de
gashendel los en drukt daarna op de
start/stopknop.
Vergeet niet het veiligheidskoord uit
het contact te halen.
WAARSCHUWING
Wanneer de gashendel wordt los-
gelaten neemt het stuurvermogen
af en wanneer de motor stilligt
kunt u helemaal niet meer sturen.
Wanneer u het stuur in de hoogte
verstelt, verandert de stand van de
start/stopknoppen. Zie STUURREGE-
LAAR hierboven.
1. Motorstart/stopknoppen
6) Verklikkerlichtjes
cluster
Het
1. Waarschuwingslampje oliepeil laag
2. Brandstofpeil-indicatielampjes
3. Verklikkerlichtje brandstofpeil laag
4. Waarschuwingslampje
Wanneer u het veiligheidskoord aan-
brengt, gaan alle lichten even aan. Dit
is een bewijs van hun goede werking.
Als het peil in het oliereservoir te laag
is, gaat er een waarschuwingslampje
branden.
LET OP: Vul het oliereservoir zo snel
mogelijk aan, om ernstige motor-
schade te voorkomen.
Wanneer het veiligheidskoord in het
contact zit en de brandstoftank vol
is, branden de brandstofpeil-indica-
tielampjes continu.
brandstofpeil daalt, gaan de brand-
stofpeil-indicatielampjes één voor één
uit om aan te duiden hoeveel brand-
stof er nog over is.
_____________________
Naarmate het
33