AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING MET GESCHEIDEN REGELING
(optional voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Ga als volgt te werk om het systeem in
te schakelen (fig. 105):
- verdraai de ringen van de knoppen om
de gewenste temperatuur in te stellen
(bestuurderszijde – passagierszijde).
- druk knop
in.
AUTO
BELANGRIJK Met de airconditioning
kan de temperatuur voor de bestuurder en
de passagier apart worden ingesteld. Het
maximale temperatuurverschil is 7°C.
BELANGRIJK De aircocompressor kan
alleen werken bij een draaiende motor en
een buitentemperatuur hoger dan 4°C.
ATTENTIE
Bij een lage buitentempe-
ratuur werkt de aircocom-
pressor niet. Het verdient daarom
aanbeveling om de recirculatie-
functie v bij lage buitentempe-
raturen niet te gebruiken, omdat
de ruiten anders snel kunnen be-
slaan.
fig. 105
Om het systeem beter te begrijpen en te
benutten, raden wij u aan om de volgen-
de pagina's zorgvuldig te lezen.
De
airconditioning
maakt gebruik van het
koelmiddel "R134a". Bij
lekkage is dit middel niet schade-
lijk voor het milieu. Gebruik in
geen geval andere middelen,
omdat anders de componenten
van het systeem beschadigd kun-
nen worden.
Iedere keer als de accu
losgekoppeld is geweest,
moet tenminste 3 minuten
worden gewacht voordat de motor
wordt gestart, zodat de regeleen-
heid van de airconditioning de ac-
tuatoren van de temperatuur en de
luchtverdeling kan resetten.
A0A1020m
95