DRUKKNOPPEN VOOR DE
LUCHTVERDELING (fig. 113)
Als u een of meer knoppen (10)
indrukt, dan kunt u handmatig één van de
5 mogelijke verdelingen van de lucht naar
het interieur kiezen:
R E Lucht uit de uitstroomopeningen in
het midden en aan de zijkant van
het dashboard en uit de uitstroom-
opening achter (indien aanwezig).
R E Lucht uit de luchtroosters van de
Z
beenruimten (warmere lucht), de
uitstroomopeningen in het midden
en aan de zijkant van het dash-
board en uit de uitstroomopening
achter (koelere lucht). Deze lucht-
verdeling is bijzonder nuttig in de
gematigde seizoenen (voor- en
najaar) als de zon schijnt.
Z Lucht uit de luchtroosters van de
beenruimten voor en achter. Met
deze luchtverdeling kan in een zo
kort mogelijke tijd de lucht in het
interieur worden verwarmd, omdat
warme lucht opstijgt. Dit geeft snel
een warm gevoel bij koude
lichaamsdelen.
104
fig. 113
Q Lucht uit de luchtroosters in de
Z
beenruimte voor en achter en de
luchtroosters voor ontwaseming/
ontdooiing van de voorruit en zijrui-
ten voor. Deze luchtverdeling zorgt
voor een goede verwarming van het
interieur en voorkomt het eventuele
beslaan van de ruiten.
Q Lucht uit de luchtroosters voor de
ontdooiing/ontwaseming van de
voorruit en de zijruiten voor.
BELANGRIJK Als u een van deze knop-
pen indrukt, dan schakelt u de functie in
(het lampje op de knop brandt) of uit
(het lampje op de knop gaat uit), als de
gekozen combinatie mogelijk is. Als de
combinatie niet mogelijk is, dan wordt
alleen de hoofdfunctie van de knop inge-
schakeld. De functie kan niet worden uit-
geschakeld door de knop nogmaals in te
drukken (de luchtstroom moet het interi-
eur via ten minste een mogelijkheid
bereiken).
Voor het hervatten van de automatische
werking van de luchtverdeling na een
handmatige instelling, moet u knop
(13)
indrukken.
AUTO
A0A1028m