OPENDAK
ATTENTIE
Onzorgvuldig gebruik van
het opendak kan gevaar-
lijk zijn. Controleer voor en tij-
dens de bediening van de schake-
laar altijd of de passagiers niet
verwond kunnen worden door de
beweging van het opendak zelf
of door in beweging gebrachte
voorwerpen.
ATTENTIE
Open het dak niet bij
sneeuw of ijs: het kan
dan beschadigd worden.
130
fig. 154
OPENEN EN SLUITEN
Als de contactsleutel in stand MAR
staat, kan de bedieningsknop (A-fig.
154) worden verdraaid in de richting van
de pijl en kan een keuze worden gemaakt
uit 6 standen.
Zet voor het sluiten van het dak, bedie-
ningsknop (A) in de middelste stand.
Het opendak is voorzien van een met de
hand verschuifbaar zonnescherm dat het
binnendringen van direct zonlicht verhin-
dert. Het zonnescherm kan met behulp
van een handgreep worden verschoven.
Het zonnescherm wordt meegenomen
door het dak, als het dak geopend wordt.
Als het opendak geheel geopend is, dan is
het zonnescherm geheel achter de hemel-
bekleding geschoven. Als het opendak
wordt gesloten, dan schuift het zonne-
scherm iets uit zodat de handgreep bereik-
baar is (fig. 155).
A0A0123m
ATTENTIE
Bedien het opendak alleen
als de auto stilstaat.
ATTENTIE
Verwijder altijd de con-
tactsleutel uit het contactslot als
u de auto verlaat, om te voorko-
men dat het opendak per ongeluk
in beweging wordt gebracht en
zo gevaar kan opleveren voor de
achtergebleven inzittenden.
fig. 155
A0A0125m