KINDEREN VEILIG VERVOEREN
ATTENTIE
Monteer absoluut geen
kinderzitje
voren op de passagiersstoel voor
als de frontairbag aan passa-
gierszijde is ingeschakeld. Als bij
een ongeval de airbag in werking
treedt (opblaast), kan dit ernstig
letsel en zelfs de dood tot gevolg
hebben, ongeacht de zwaarte van
het ongeluk. Wij raden u aan kin-
deren altijd in een kinderzitje op
de zitplaatsen achter te vervoe-
ren, omdat die plaatsen bij een
ongeval de meeste bescherming
bieden.
34
fig. 47
achterste-
noodzakelijk is een kind op de pas-
sagiersstoel voor te vervoeren, in
een kinderzitje dat achterstevoren
is geplaatst, moet de frontairbag
aan de passagierszijde worden uit-
geschakeld met de sleutelschake-
laar. Controleer direct of de airbag
daadwerkelijk is uitgeschakeld: het
waarschuwingslampje F op het
instrumentenpaneel moet continu
branden (zie de paragraaf "Front-
airbag passagierszijde").
Bovendien moet de stoel zo ver
mogelijk naar achteren zijn gescho-
ven om te voorkomen dat het kin-
derzitje eventueel in aanraking
komt met het dashboard.
val moeten alle inzittenden zittend reizen
en beschermd worden door goedgekeurde
veiligheidssystemen.
ATTENTIE
ZEER GEVAARLIJK
Als het absoluut
richtlijn 2003/20/EU in alle lidstaten
van de Europese Unie.
houding met de rest van het lichaam gro-
ter en zwaarder dan dat van volwassenen,
terwijl spieren en botstructuur nog niet vol-
ledig zijn ontwikkeld. Daarom moeten
kleine kinderen door andere systemen
beschermd worden dan door de veilig-
heidsgordels.
Voor optimale bescherming bij een onge-
Dit geldt met name voor kinderen.
Dit is een wettelijk voorschrift volgens
Het hoofd van kleine kinderen is in ver-
A0A0388m