FUNCTIES EN INSTELLINGEN
Autoradio inschakelen
Druk voor het inschakelen van de autora-
dio op toets ON.
Als u de radio inschakelt, wordt het volu-
me ingesteld op de waarde 20 als het daar-
voor was ingesteld op een hogere waarde.
Als de radio is ingeschakeld terwijl de con-
tactsleutel uit het contactslot is genomen,
dan schakelt de radio automatisch na circa
20 minuten uit. Na het automatisch uit-
schakelen, kan de autoradio weer 20 mi-
nuten worden ingeschakeld door op toets
ON (zie "Functie IGN TIME") te drukken.
Autoradio uitschakelen
Houd toets ON ingedrukt.
Functies radio selecteren
Druk herhaaldelijk kort op de toets FM
om achtereenvolgens de volgende audio-
bronnen te selecteren:
– TUNER ("FM1", "FM2", "FMT");
Druk herhaaldelijk kort op de toets AM om
achtereenvolgens de volgende audiobron-
nen te selecteren:
– TUNER ("MW", "LW").
Functies CD-speler/CD-wisselaar
selecteren
Druk herhaaldelijk kort op de toets CD om
achtereenvolgens de volgende audiobron-
nen te selecteren:
– CD (alleen bij ingestoken CD);
– CHANGER (alleen als de CD-wisselaar
is aangesloten).
Geheugenfunctie audiobron
Als u naar een CD luistert en u selecteert
een andere audiobron (bijv. de radio), dan
wordt de weergave onderbroken. Als de CD-
speler weer wordt gekozen, dan wordt de
weergave hervat op het punt waarop de
weergave eerder was onderbroken.
Als u naar de radio luistert en u selecteert
een andere audiobron en daarna weer de
radio, dan wordt afgestemd op het laatst ge-
kozen station.
AS
Volumeregeling
Druk voor het regelen van het volume
+
op toets VOL
of VOL –.
Als het volume wordt gewijzigd tijdens de
weergave van verkeersinformatie, dan blijft
deze nieuwe instelling slechts gehandhaafd
tot het einde van de verkeersinformatie.
SVC-functie
(behalve uitvoeringen met Bose
HIFI-systeem)
Met deze functie wordt automatisch het
volume verhoogd als de snelheid toeneemt,
waardoor het volumeniveau wordt aange-
past aan het achtergrondgeluid in het inte-
rieur.
Raadpleeg de paragraaf MENU voor het in-
en uitschakelen van de functie.
157