HOOGTEVERSTELLING VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS VOOR
(optional voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten)
De hoogte van de gordel voor moet altijd
zijn afgestemd op het postuur van de inzit-
tende. Dankzij deze voorzorgsmaatregel
werkt de gordel beter en is het risico op
verwondingen tijdens een botsing geringer.
De gordel is goed afgesteld als hij over
de schouder halverwege tussen nek en uit-
einde van de schouder ligt.
30
fig. 43
Het bovenste bevestigingspunt van de
veiligheidsgordels voor kan in verschillen-
de standen worden gezet. Hierdoor is de
gordel in hoogte verstelbaar.
Druk om de hoogte te regelen knop (A-
fig. 43) van het blokkeermechanisme in
en verplaats tegelijkertijd het bevesti-
gingspunt (B) in de gewenste richting.
Controleer na het afstel-
len altijd of de geleide-
beugel van de hoogteverstelling
(B-fig. 43) in een van de vaste
posities is geblokkeerd. Druk
hiervoor bij losgelaten knop (A-
fig. 43) de beugel verder omlaag
zodat het mechanisme vergren-
delt in een van de vaste standen,
als dit nog niet het geval was.
A0A0419m
versteld als de auto stilstaat.
TREKKRACHTBEGRENZERS
ATTENTIE
zijn de veiligheidsgordels voor voorzien
van trekkrachtbegrenzers die de belasting
op de schouders doseert als de gordel
wordt aangetrokken.
ATTENTIE
De
veiligheidsgordels
mogen
alleen
Om de passieve veiligheid te vergroten,
worden