SPIEGELS VERSTELLEN
BINNENSPIEGEL
De spiegel is voorzien van een beveili-
gingsmechanisme, waardoor de spiegel bij
een krachtige botsing losschiet. Met het
hendeltje (A-fig. 33) kan de spiegel in
twee standen worden gezet: normaal of
anti-verblindingsstand.
Enkele uitvoeringen voor bepaalde mark-
ten beschikken over een spiegel die zich
automatisch aanpast aan het gebruik
overdag of 's nachts.
fig. 33
BUITENSPIEGELS
Elektrische verstelling (fig. 34)
– kies met de keuzeschakelaar (A) de
gewenste spiegel (rechts of links);
– plaats knop (B) in één van de vier
richtingen, waardoor de hiervoor gekozen
spiegel wordt versteld;
– zet de keuzeschakelaar (A) in de
middelste stand om de verstelling te blok-
keren.
BELANGRIJK Verstellen is alleen
mogelijk als de contactsleutel in stand
MAR staat.
A0A0039m
fig. 34
Inklappen (fig. 35)
– De spiegel kan (bijv. bij nauwe door-
gangen) worden ingeklapt van stand (A)
naar stand (B).
Als u rijdt, moeten de
spiegels altijd in stand (A)
staan.
De
spiegel
bestuurderszijde is bol,
waardoor
de
neming iets wordt beïnvloed.
A0A0040m
fig. 35
ATTENTIE
ATTENTIE
aan
de
afstandswaar-
A0A0041m
25