TELEFOON
Met deze functie kan de weergave van
de naam (indien opgenomen in de tele-
foonlijst) en het telefoonnummer van de
gesprekspartner worden in-/uitgeschakeld
(ON/OFF).
Ga voor het in-/uitschakelen van de
functie als volgt te werk:
❒ druk kort op de knop MODE: op het
display verschijnt het opschrift ON;
❒ selecteer met de knoppen ▲/▼ de
in- of uitschakeling;
❒ druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm
of houd de knop even ingedrukt om
terug te keren naar het beginscherm.
Als u de functie "TELEFOON WEER-
GAVE AAN" selecteert en activeert, dan
wordt bij een binnenkomend telefoonge-
sprek op het display de naam (indien
opgenomen in de telefoonlijst) en het
telefoonnummer van de gesprekspartner
weergegeven.
68
NAVIGATIESYSTEEM
Tijdens het gebruik van het navigatiesys-
teem kan met deze functie de weergave
(pictogrammen) op het display van het
navigatiesysteem op het display van het
instrumentenpaneel worden in-/uitge-
schakeld (ON/OFF).
Ga voor het in-/uitschakelen van de
functie als volgt te werk:
❒ druk kort op de knop MODE: op het
display verschijnt het opschrift ON;
❒ selecteer met de knoppen ▲/▼ de
in- of uitschakeling;
❒ druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm
of houd de knop even ingedrukt om
terug te keren naar het beginscherm.
Als u de functie "WEERGAVE NAVI-
GATIESYSTEEM AAN" selecteert en
activeert, dan wordt op het display van
het instrumentenpaneel de informatie
weergegeven die staat op het display van
het navigatiesysteem.
TAAL
Met deze functie kan de taal worden
gekozen van de berichten op het display.
Ga om de gewenste taal in te stellen als
volgt te werk:
❒ druk kort op de knop MODE: op het
display verschijnt de huidige "taal";
❒ druk op de knoppen ▲/▼ om de
instelling uit te voeren;
❒ druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm
of houd de knop even ingedrukt om
terug te keren naar het beginscherm.