■
Omstandigheden waarbij de airbags geactiveerd kunnen worden, anders
dan bij een aanrijding (airbags voor)
De airbags vóór kunnen ook geactiveerd worden bij zware stoten tegen de
onderkant van de auto. Zie de afbeelding voor een aantal voorbeelden.
●
Raken van een stoeprand of een ander
hard voorwerp
●
In of over een diepe kuil rijden
●
Hard neerkomen
■
Soorten aanrijdingen waarbij de SRS-airbags soms niet geactiveerd wor-
den (SRS-airbags voor)
De SRS-airbags voor zijn niet ontworpen om in werking te treden bij aanrij-
dingen van opzij of van achteren, als de auto over de kop slaat of bij een fron-
tale aanrijding op lage snelheid. Maar wanneer een aanrijding voldoende
voorwaartse deceleratie veroorzaakt, worden de SRS-airbags voor mogelijk
geactiveerd.
●
Aanrijding van opzij
●
Aanrijding van achteren
●
Over de kop slaan
1-1. Voor een veilig gebruik
51
1