258
5-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
■
De achterruit- en buitenspiegelverwarming kunnen worden gebruikt als
Het contact AAN staat.
■
Buitenspiegelverwarming (auto's met buitenspiegelverwarming)
Door de achterruitverwarming in te schakelen wordt de buitenspiegelverwar-
ming ingeschakeld.
WAARSCHUWING
■
Wanneer de buitenspiegelverwarming is ingeschakeld (auto's met bui-
tenspiegelverwarming)
Raak het glas van de buitenspiegels niet aan omdat dit heet kan zijn.
OPMERKING
■
Voorkomen van ontlading van de accu
Zet de achterruitverwarming uit als de motor niet ingeschakeld is.