46
1-1. Voor een veilig gebruik
WAARSCHUWING
■
Voorzorgsmaatregelen SRS-airbags
●
De SRS-voorpassagiersairbag wordt ook met een aanzienlijke kracht
opgeblazen waardoor ernstig letsel kan ontstaan, vooral wanneer de voor-
passagier zich dicht bij de airbag bevindt. De voorpassagiersstoel dient zo
ver mogelijk van de airbag af te staan, met de rugleuning rechtop.
●
Kinderen die niet (goed) op de stoel zitten en/of geen gordel dragen of de
gordel niet op de juiste manier dragen, kunnen letsel oplopen door een in
werking tredende airbag. Gebruik de veiligheidsgordels nooit voor baby's
of kleine kinderen. Gebruik hiervoor speciale baby- of kinderzitjes. Toyota
beveelt ten zeerste aan dat alle kinderen op de achterstoelen (indien aan-
wezig) plaatsnemen en de veiligheidsgordels altijd op de juiste manier dra-
gen. Op de achterstoelen (indien aanwezig) zitten kinderen veiliger dan op
de voorpassagiersstoel. (→Blz. 56)