132
3-3. Verstellen van de stoelen
Bevestig de lus aan de steun
3
achter de achterstoel.
Plaats de middelste hoofd-
4
steun. (indien aanwezig)
WAARSCHUWING
■
Bij het verwijderen van de zittingen van de achterstoelen (indien aan-
wezig)
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet in acht nemen
van de voorzorgsmaatregelen kan resulteren in ernstig letsel.
●
Verwijder de zittingen van de achterstoelen niet tijdens het rijden.
●
Let op dat u de verwijderde zittingen tegen niemand aanstoot of op uw
voeten laat vallen.
■
Bij het terugplaatsen van de zittingen in hun oorspronkelijke positie
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet in acht nemen
van de voorzorgsmaatregelen kan resulteren in ernstig letsel.
●
Let erop dat uw handen en voeten niet klem komen te zitten in de stoel.
●
Let erop dat er niets onder de zitting ligt, waardoor deze niet goed op zijn
plaats kan worden vergrendeld.
●
Controleer of de zittingen goed zijn vergrendeld door ze omhoog te trek-
ken en omlaag te duwen.
●
Controleer of de gordels niet gedraaid zijn of vastzitten in de rugleuning.