■
Ongunstige omstandigheden voor een goede werking
In de onderstaande gevallen kan de aangegeven richting onjuist zijn:
●
Als de auto tot stilstand wordt gebracht, direct nadat er een bocht gemaakt
is.
●
Als de auto op een helling staat.
●
Als de auto zich bevindt op een plaats waar het aardmagnetisch veld wordt
beïnvloed door andere magnetische velden (in een ondergrondse parkeer-
garage, onder een stalen constructie, tussen gebouwen, op een parkeer-
dak, in de buurt van een kruising, in de nabijheid van een groot voertuig,
enz.).
●
Als de auto gemagnetiseerd is geraakt.
(Als er een magneet of een metalen voorwerp in de buurt van het multi-
informatiedisplay wordt gehouden.)
●
Als de accukabels losgenomen zijn geweest.
●
Als een portier is geopend.
5-5. Overige voorzieningen in interieur
355
5