■
Informatie over banden
●
Verhoog de bandenspanning met 20,0 kPa (0,2 kg/cm
een aanhangwagen getrokken wordt. (→Blz. 499)
●
Verhoog de bandenspanning van de aanhangwagen tot de waarde die de
fabrikant van de aanhangwagen opgeeft voor de combinatie van aanhang-
wagengewicht en belading.
■
Verlichting
Controleer elke keer als u een aanhangwagen aankoppelt of de richtingaan-
wijzers en de remlichten goed werken. Rechtstreeks aansluiten van de
bedrading op de auto kan schade aan het elektrisch systeem veroorzaken en
ertoe leiden dat de verlichting niet meer correct functioneert
■
Inrijden
Toyota raadt het rijden met een aanhangwagen af gedurende de eerste 800
km als er onderdelen van de aandrijflijn van de auto vervangen zijn.
■
Veiligheidscontroles voor het rijden met een aanhangwagen
●
Controleer of het maximum laadvermogen voor de trekhaak/trekhaak met
afneembare kogel niet overschreden wordt. Houd er rekening mee dat het
gewicht van de aanhangwagen moet worden opgeteld bij het gewicht van
de auto. Controleer ook of het totale gewicht van de auto binnen het maxi-
maal toegestane gewicht blijft. (→Blz. 165)
●
Controleer of de lading op de aanhangwagen goed vastgezet is.
●
Maak, indien u het achteropkomend verkeer niet goed kunt zien met de
standaard buitenspiegels, gebruik van extra buitenspiegels. Stel de armen
van deze extra spiegels aan beide zijden zo af dat ze altijd maximaal zicht
bieden op de weg achter u.
4-1. Voordat u gaat rijden
2
of bar, 3 psi) als er
169
4