■
Aanwijzing voor instellen van de koplamphoogte
Aantal inzittenden en
hoeveelheid bagage
Hoeveelheid
Inzittenden
Bestuurder
Bestuurder
■
Dagrijverlichting (indien aanwezig)
Om uw auto beter zichtbaar te maken voor andere weggebruikers, worden de
koplampen automatisch ingeschakeld als de motor gestart wordt. De dagrij-
verlichting is niet ontworpen voor gebruik in het donker.
■
Sensor koplampregeling (indien aanwezig)
De werking van de sensor kan in nega-
tieve zin beïnvloed worden als er iets over
de sensor heen geplaatst wordt of als er
iets op de ruit wordt aangebracht waar-
door de sensor wordt afgeschermd.
Hierdoor kan de sensor niet op de juiste
manier de hoeveelheid omgevingslicht
signaleren, waardoor het automatische
koplampsysteem mogelijk onjuist functio-
neert.
■
Zoemer verlichting
Er klinkt een zoemer wanneer de sleutel uit het contactslot is genomen en het
bestuurdersportier wordt geopend terwijl de verlichting is ingeschakeld.
■
Persoonlijke voorkeursinstellingen kunnen door de Toyota-dealer wor-
den aangepast (auto's met sensor koplampregeling)
De gevoeligheid van de lichtsensor kan worden ingesteld.
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Uitvoeringen
met enkele
bagage
cabine
Geen
Maximale
belading
Stand knop
Uitvoeringen
met Xtra
cabine
0
0
3
4
191
Uitvoeringen
met dubbele
cabine
0
3,5
4