5-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Automatische airconditioning
De uitstroomopeningen waaruit de lucht komt en de aanjager-
snelheid worden automatisch geregeld op basis van de gekozen
temperatuur.
Weergave aanjagersnelheid
1
2
Toets koel- en ontvochtigings-
functie aan/uit
Weergave luchttoevoer
3
4
Toets recirculatiemodus
Weergave uitstroomopening
5
6
Toets buitenluchtmodus
Toets OFF
7
8
Toets AUTO
Toets temperatuurregeling
9
Toets voorruitverwarming
10
11
Weergave ingestelde
temperatuur
12
Toetsen keuze
uitstroomopeningen
Toetsen aanjagersnelheid
13
249
∗
∗
: Indien aanwezig
5