228
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■
Opnieuw activeren van de TRC afhankelijk van de rijsnelheid
Als alleen de TRC is uitgeschakeld, wordt het weer ingeschakeld als de rij-
snelheid toeneemt. Als de TRC en VSC echter beide zijn uitgeschakeld, wor-
den de systemen niet ingeschakeld als de rijsnelheid toeneemt.
■
Als het controlelampje Traction Control gaat branden...
Kan dit duiden op een storing in de VSC en TRC. Neem contact op met een
Toyota-dealer of erkende reparateur.
WAARSCHUWING
■
Het antiblokkeersysteem werkt niet effectief als
●
De maximale grip van de banden overschreden wordt (bijvoorbeeld ver-
sleten banden op een weg die bedekt is met sneeuw).
●
Er sprake is van aquaplaning bij het rijden met een hoge snelheid op een
nat of glad wegdek.
■
De remweg met ABS in werking kan langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg van de auto te verkorten. Houd
altijd voldoende afstand tot uw voorligger, met name in de volgende geval-
len:
●
Als wordt gereden op wegen met grind, zand en dergelijke, of op
besneeuwde wegen
●
Als wordt gereden met sneeuwkettingen
●
Als wordt gereden op slechte wegen
●
Als wordt gereden over wegen met diepe gaten of andere grote oneffen-
heden