Informatie
Een onjuist afgevoerde
batterij kan schadelijk zijn
voor het milieu en voor uw
gezondheid. Voer de accu af
Pb
volgens uw lokale wetgeving of
voorschriften.
Startprocedure met behulp van een
hulpaccu
1. Plaats de auto's zo dicht bij elkaar dat
de startkabels de afstand tussen de
accu's kunnen overbruggen, maar
zorg ervoor dat de auto's elkaar niet
raken.
2. Voorkom te allen tijde dat u in
aanraking komt met ventilatoren of
andere bewegende onderdelen in
de motorruimte, zelfs als de auto is
uitgeschakeld.
3. Schakel alle elektrische apparaten
uit (zoals radio's, verlichtingen,
airconditioning enz). Zet alle
voertuigen in de stand P (Parkeren) en
activeer de parkeerremmen. Schakel
beide auto's uit.
OPGELET
Vóór het starten met een hulpaccu
moet u goed letten op de positieve (+)
en negatieve (-) polen om omgekeerde
polariteit te voorkomen.
4. Sluit de startkabels aan in de volgorde
die in de afbeelding is aangegeven.
Sluit eerst de ene startkabel aan op de
rode, positieve (+) hulpstartaansluiting
van uw auto (1).
5. Sluit het andere uiteinde van
de startkabel aan op de rode,
positieve (+) pool van de accu/
hulpstartaansluiting van de andere
auto (2).
6. Sluit de tweede startkabel aan op
de zwarte, negatieve (-) pool van de
accu/hulpstartaansluiting van de
andere auto (3).
7. Sluit het andere uiteinde van de
tweede startkabel aan op de zwarte,
negatieve (-) pool van de accu/massa
van uw auto (4).
WAARSCHUWING
Sluit de startkabel niet aan op de
minpool (-) van de hulpaccu van de
ontladen accu. Door een vonk kan de
accu ontploffen en mensen verwonden
of het voertuig beschadigen.
Zorg ervoor dat de startkabels
uitsluitend contact maken
met de juiste accupolen of
hulpstartaansluitingen of de juiste
massa. Leun bij het aansluiten niet
over de accu.
08
1VQA4001
8-5