Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampje
voorwaartse veiligheid
(indien van toepassing)
Dit controlelampje gaat branden:
Als de toets Start/Stop in stand ON
staat.
- Het lampje blijft ongeveer 3
seconden branden en gaat dan uit.
Wanneer er sprake is van een storing
in FCA.
In dat geval adviseren we u de auto
te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Zie "Forward Collision-Avoidance
Assist-systeem (FCA; ondersteuning
botsingsvermijding voorzijde)" in
hoofdstuk 7 voor meer informatie.
Controlelampje
rijstrookveiligheid
(indien van toepassing)
Dit controlelampje gaat branden:
[Groen] Er wordt aan de voorwaarden
voor de werking van de functie
voldaan.
[Wit] Er wordt niet aan de
werkingsvoorwaarden van het
systeem voldaan.
[Geel] Bij een storing van lane keeping
assist.
In dat geval adviseren we u de auto
te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Zie "Lane Keeping Assist (LKA -
rijvakassistentie)" in hoofdstuk 7 voor
meer details.
4-16
Waarschuwingslampje
gladheid
(indien van toepassing)
Dit waarschuwingslampje brandt om de
bestuurder te waarschuwen voor een
mogelijk glad wegdek.
Als de temperatuur op de
buitentemperatuurmeter lager wordt
dan ongeveer 4 °C knippert zowel het
waarschuwingslampje gladheid als de
buitentemperatuurindicatie en gaan deze
vervolgens constant branden. Tevens
klinkt de waarschuwingsgong 1 keer.
Informatie
Als het waarschuwingslampje voor een
glad wegdek gaat branden tijdens het
rijden, moet u met meer aandacht en
veiliger rijden en te hoge snelheden,
snelle acceleratie, plotseling remmen en
plotselinge stuurbewegingen vermijden.