Veiligheidssysteem
WAARSCHUWING
Om de kans op ernstig letsel door
een zich opblazende curtain airbag
te beperken, moeten de volgende
voorzorgsmaatregelen getroffen
worden:
Alle inzittenden moeten altijd hun
veiligheidsgordel dragen: de gordel
houdt de inzittende zo goed mogelijk
op zijn plaats.
Plaats kinderzitjes op de juiste
manier en zo ver mogelijk van het
portier vandaan.
Plaats geen voorwerpen over de
airbag of tussen de airbag en uzelf.
Bevestig ook geen voorwerpen
rond de omgeving waar de airbag
opblaast, zoals de portieren, de
zijruiten, de voor- en achterstijlen en
de dakrand.
Hang uitsluitend kledingstukken
op en geen harde of breekbare
voorwerpen.
Bij een ongeval kan dit schade
aan de auto of lichamelijk letsel
veroorzaken.
Laat passagiers niet met het hoofd
of andere delen van het lichaam
tegen het portier leunen, hun armen
uit het raam steken of voorwerpen
tussen de portieren en de zitplaatsen
steken.
Open of repareer de curtain airbags
niet.
3-50
Hoe werkt het airbagsysteem?
De onderdelen van het aanvullend
veiligheidssysteem zijn:
(1) Airbag bestuurder
(2) Voorpassagiersfrontairbagmodule
(3) Zijairbagmodules
(4) Curtain airbagmodules
(5) Gordelspanner bij gordelautomaat
achter
(6) Blokkeerautomaten met
gordelspanners
(7) Waarschuwingslampje airbag
(8) Airbagmodule (SRSCM)
(9) Airbagsensoren voor
(10) Zijairbagsensoren (acceleratie)
(11) Zijairbagsensoren (druk)
(12) Controlelampje passagiersfrontairbag
OFF (alleen voorpassagiersstoel)
(13) ON/OFF-schakelaar airbag
voorpassagier
De SRSCM controleert constant alle
componenten van het systeem als de
toets Start/Stop in stand ON staat, om te
bepalen of een aanrijding zwaar genoeg
is om de airbags of de gordelspanners te
activeren.
OOS037063L