6. Houd de handgreep van de
laadstekker vast en sluit de
laadstekker aan op de laadaansluiting
van de auto. Duw de stekker helemaal
naar binnen. Als de laadstekker en
de laadaansluiting niet goed contact
maken, kan er brand ontstaan.
Raadpleeg de handleiding van de
desbetreffende DC-lader voor het
laden en het loskoppelen van de lader.
7. Controleer of het laadindicatielampje
voor de hoogspanningsbatterij (
in het instrumentenpaneel AAN gaat.
Als het laadindicatielampje (
is, wordt de hoogspanningsbatterij
niet geladen.
Als de laadstekker niet goed
aangesloten is, dan moet de laadkabel
nogmaals aangesloten worden om te
beginnen met laden.
Bij lage temperaturen kan het zijn
dat DC-laden niet mogelijk is, om te
voorkomen dat de kwaliteit van de
hoogspanningsbatterij achteruitgaat.
Informatie
Om de temperatuur van de
hoogspanningsbatterij te regelen tijdens
het laden of wanneer de batterij een
hoge temperatuur heeft, wordt de
airconditioning gebruikt om de batterij af
te koelen. Hierdoor kan geluid hoorbaar
zijn door de werking van de compressor
en koelventilator van de airconditioning,
maar dit is normaal wanneer de
hoogspanningsbatterij wordt geladen. Ook
kan de airconditioning in de zomer minder
goed presteren ten gevolge van de werking
van het koelsysteem voor het opladen
van de hoogspanningsbatterij. Dit is een
normaal verschijnsel.
Informatie
Tijdens het laden kan er niet van de
stand P (Parkeren) naar een andere
versnellingsstand worden geschakeld.
)
) UIT
8. Nadat het laden gestart is, wordt
de geschatte laadtijd gedurende
ongeveer 1 minuut weergegeven op
het instrumentenpaneel.
Als u tijdens het laden het
bestuurdersportier opent,
wordt de geschatte laadtijd
eveneens gedurende ongeveer
1 minuut weergegeven op het
instrumentenpaneel.
Informatie
Afhankelijk van de conditie en de
ouderdom van de hoogspanningsbatterij,
de specificaties van de lader en de
omgevingstemperatuur kan de laadtijd
van de hoogspanningsbatterij variëren.
01
OOSEV040489L
1-33