ONTWASEMEN EN ONTDOOIEN VOORRUIT
WAARSCHUWING
Voorruitverwarming
Gebruik de standen (
niet in combinatie met koelen bij
een extreem hoge luchtvochtigheid.
Door het temperatuurverschil tussen
de buitenlucht en de voorruit kan de
voorruit plotseling beslaan, waardoor
het zicht wegvalt. Zet in dat geval de
luchtcirculatieknop of –toets in de
stand (
) en de aanjager op de laagste
stand.
Zet de temperatuurregelknop op
de hoogste temperatuur en de
aanjagerknop in de hoogste stand
voor maximale ontwaseming
van de voorruit. Kies de toets
voorruitontwaseming op het
display van het verwarmings- en
ventilatiesysteem.
Zet de knop voor de luchtcirculatie in
stand VERWARMEN/ONTWASEMEN,
wanneer tijdens het ontdooien of
ontwasemen warme lucht in de
voetenruimte gewenst wordt.
Verwijder voor het rijden alle sneeuw
en ijs van de voorruit, de achterruit, de
buitenspiegels en alle zijruiten.
Verwijder alle sneeuw en ijs
van de motorkap en van de
luchtaanvoeropening in het
paravanrooster om de werking van
de kachel en het ventilatiesysteem te
verbeteren en de kans op het beslaan
van de voorruit te verminderen.
) of (
)
Binnenzijde voorruit
ontwasemen
1. Kies een willekeurige aanjagersnel-
heid, uitgezonderd stand 0.
2. Stel de gewenste temperatuur in.
3. Kies stand (
).
4. De stand (frisse) buitenlucht wordt
automatisch geselecteerd.
Controleer of de luchttoevoertoets in
de modus verse lucht staat. Druk een
maal op de luchttoevoertoets als het
controlelampje in de luchttoevoertoets
brandt, om de modus verse lucht te
activeren (controlelampje uit).
Als de stand (
) is geselecteerd, wordt
het aanjagertoerental automatisch
verhoogd.
05
OOSEV048312
5-67