Download Print deze pagina

Hyundai KONA Electric Gebruikshandleiding pagina 339

Verberg thumbnails Zie ook voor KONA Electric:

Advertenties

Rijden met uw auto
Rijden in bochten
Maak een grotere bocht dan normaal
als u met een aanhanger wilt draaien.
Hierdoor voorkomt u dat uw aanhanger
een zachte berm, stoeprand,
verkeersbord, boom of ander object
raakt. Voorkom rukken aan het stuur
of abrupte manoeuvres. Geef op tijd
richting aan.
Richtingaanwijzers
Bij het rijden met een aanhanger moet
uw auto over gewijzigde lampjes
voor de richtingaanwijzers en extra
bedrading beschikken. De groene
pijlen in uw instrumentenpaneel gaan
knipperen als u afslaat of van rijstrook
verandert. Indien de verlichting van de
aanhangwagen correct is aangesloten
gaat deze eveneens knipperen, om aan
andere bestuurders aan te geven dat u
gaat keren, van rijstrook veranderen of
stoppen.
Bij het rijden met een aanhanger gaan de
groene pijlen in het instrumentenpaneel
eveneens knipperen bij het keren als
de gloeilampen van de aanhanger
doorgebrand zijn. Hierdoor denkt
u dat bestuurders achter u uw
richtingaanwijzers zien, terwijl dit in
werkelijkheid niet het geval is. Daarom
is het belangrijk dat u regelmatig de
werking van de verlichting van uw
aanhanger controleert. Controleer
eveneens altijd de verlichting wanneer u
de bedrading losmaakt en aansluit.
WAARSCHUWING
Sluit de aanhangerverlichting
niet rechtstreeks op de
verlichtingsinstallatie van uw auto aan.
Gebruik een goedgekeurde kabelboom
voor aanhangers. Anders kan dit voor
schade aan de elektrische installatie
van de auto en/of persoonlijk letsel
zorgen. We adviseren u contact op te
nemen met een officiële HYUNDAI-
dealer.
6-52
Rijden op hellingen
Schakel bij het oprijden van een lange
helling terug en verminder snelheid
tot ongeveer 70 km/h. Hierdoor wordt
voorkomen dat de motor oververhit
raakt.
Rijd in stand D wanneer u met een
aanhanger rijdt die meer weegt dan
het maximaal toegestane ongeremde
aanhangergewicht.
Wanneer u in stand D rijdt met een
aanhanger wordt de levensduur van de
reductieoverbrenging door een lagere
bedrijfstemperatuur verlengd.
OPMERKING
Oververhitting van de elektromotor en/
of reductieoverbrenging voorkomen:
Bij het rijden met een aanhanger
met het maximaal toegestane
voertuiggewicht en het maximale
aanhangergewicht kan de
motor of reductieoverbrenging
oververhit raken. Zodra de motor of
reductieoverbrenging voldoende is
afgekoeld, kunt u uw weg vervolgen.
Tijdens het rijden met een aanhanger
kan uw rijsnelheid aanzienlijk lager
zijn dan die van het overige verkeer,
met name bij heuvelop rijden. Houd
tijden het heuvelop rijden met
een aanhanger de rechterrijstrook
aan. Pas uw rijsnelheid aan de
maximaal toegestane snelheid
voor auto's met een aanhanger,
het hellingspercentage en uw
aanhangergewicht aan.

Advertenties

loading