Veiligheidssysteem
Veiligheidsgordels
Doe bij elke rit voor het wegrijden eerst
de veiligheidsgordel om. Passagiers
moeten te allen tijde rechtop zitten en de
veiligheidsgordel correct dragen. Baby's
en kleine kinderen moeten worden
beveiligd in een geschikt kinderzitje.
Kinderen die uit een stoelverhoger zijn
gegroeid en volwassenen moeten met de
veiligheidsgordel worden beveiligd.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len bij het afstellen van de veiligheids-
gordel:
Gebruik dezelfde veiligheidsgordel
NOOIT voor meer dan één inzittende.
Zet de rugleuning altijd zo veel
mogelijk rechtop en draag
het heupgedeelte van de
veiligheidsgordel strak tegen het
lichaam aan en laag over de heupen.
Laat kinderen of baby's NOOIT op
schoot van een passagier meerijden.
Laat het schoudergedeelte van de
veiligheidsgordel niet langs uw nek,
langs een scherpe rand of achter uw
lichaam langs lopen.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel
nergens tussen bekneld raakt.
3-6
Voorstoelen
De voorstoel kan worden versteld met
behulp van de bedieningshendel (of
-knop) of schakelaars aan de buitenzijde
van de zitting. Stel voordat u gaat
rijden de stoel in de juiste positie,
zodat u het stuurwiel, de pedalen
en de bedieningselementen op het
instrumentenpaneel gemakkelijk kunt
bedienen.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len bij het afstellen van uw stoel:
Probeer NOOIT de stoel te verstellen
terwijl de auto rijdt. De stoel kan
onverwacht bewegen en dit kan lei-
den tot verlies van controle over het
voertuig met als gevolg een ongeluk.
Plaats niets onder de voorstoelen.
Losse voorwerpen in de beenruimte
van de bestuurder kunnen de bedie-
ning van de pedalen belemmeren en
een ongeval veroorzaken.
Zorg ervoor dat de rugleuning altijd
in de normale positie kan worden ge-
zet en niets de juiste vergrendeling
van de rugleuning hindert.
Plaats geen sigarettenaansteker op
de bodem of stoel. Als u de stoel
bedient, kan gas uit de aansteker
ontsnappen en brand veroorzaken.
Wees uiterst voorzichtig wanneer u
kleine objecten oppakt die vastzit-
ten onder de stoelen of tussen de
stoel en de middenconsole. U kunt
snijwonden of letsel aan uw handen
oplopen door de scherpe randen van
het stoelmechanisme.
Als er inzittenden aanwezig zijn op
de achterstoelen, wees dan voor-
zichtig bij het afstellen van de voor-
stoelen.
Zorg ervoor dat de stoel na de aan-
passing op zijn plaats is vergrendeld.
Zo niet, kan de stoel onverwachts be-
wegen met als gevolg een ongeluk.