Bestuurdershulp
Het Lane Keeping Assist-systeem
is ontworpen om tijdens het rijden
boven een bepaalde snelheid
rijstrookmarkeringen (of randen
van de weg) te detecteren. De
functie waarschuwt de bestuurder
als het voertuig de rijstrook verlaat
zonder gebruik te maken van de
richtingaanwijzers of helpt de bestuurder
automatisch te sturen om zo te helpen
voorkomen dat de auto de rijstrook
verlaat.
Detectiesensor (Frontzichtcamera)
[1] : Frontzichtcamera
De frontzichtcamera wordt gebruikt als
detectiesensor om rijstrookmarkeringen
(of de randen van de weg) te detecteren.
Zie bovenstaande afbeelding voor de
precieze locatie van de detectiesensor.
OPGELET
Zie de alinea 'Forward Collision-
Avoidance Assist (FCA, Ondersteuning
botsingsvermijding voorzijde)' in
hoofdstuk 7 voor meer informatie over
de voorzorgsmaatregelen voor de
frontzichtcamera.
7-28
Functie-instellingen
Instellen
Lane Safety (Rijstrookveiligheid)
Met de auto ingeschakeld, selecteert
of deselecteert u 'Driver Assistance
Rijstrookveiligheid') in het menu Settings
(instellingen) om voor iedere functie in te
stellen of deze al dan niet moet worden
gebruikt.
- Als 'Assist - Hulp' is geselecteerd,
helpt de functie de bestuurder
automatisch bij het sturen wanneer
OOSEV050025L
het detecteert dat de rijstrook wordt
verlaten, om te helpen voorkomen dat
de auto van zijn rijstrook afwijkt.
- Als 'Warning only - Alleen
waarschuwen' is geselecteerd,
waarschuwt de functie de bestuurder
met een geluidssignaal wanneer hij
detecteert dat de auto zijn rijstrook
verlaat. De bestuurder moet zelf
bijsturen.
- Als u 'Off' (Uit) hebt gekozen,
wordt de functie uitgeschakeld.
Het controlelampje (
instrumentenpaneel dooft.
OTM070184N
) op het