Rijden met uw auto
RIJDEN ONDER SPECIALE RIJOMSTANDIGHEDEN
Rijden onder moeilijke
omstandigheden
Neem onderstaande
voorzorgsmaatregelen als er sprake is
van gevaarlijke omstandigheden, zoals
water, sneeuw, ijs, modder of zand op
het wegdek:
Rijd voorzichtig en houd rekening met
een langere remweg.
Vermijd plotseling remmen of sturen.
Als uw voertuig vastzit in sneeuw,
modder of zand, accelereer dan
langzaam om te voorkomen dat het
wiel gaat slippen.
Gebruik zand, pekel, sneeuwkettingen
of ander antislipmateriaal onder de
aangedreven wielen voor extra tractie
als de auto vast is komen te zitten in
ijs, sneeuw of modder.
Auto lostrekken door heen en
weer te schommelen
Draai eerst het stuurwiel een aantal
keren naar rechts en naar links om de
voorwielen vrij te maken wanneer de
auto vastzit in sneeuw, zand of modder
en het nodig is de auto heen en weer
te schommelen om te proberen hem
los te trekken. Schakel vervolgens
afwisselend stand R (Achteruit) en een
vooruitversnelling in.
Probeer te voorkomen dat de wielen
doorslippen en laat de auto niet op een
te hoog toerental draaien.
Wacht, om beschadiging van de
reductieoverbrenging te voorkomen,
totdat de wielen stoppen met
doordraaien en schakel dan pas naar een
andere versnelling. Laat het gaspedaal
los tijdens het schakelen en trap dit weer
lichtjes in als de reductieoverbrenging
is ingeschakeld. Door de wielen
langzaam voor- en achteruit te laten
doorslippen wordt de auto heen en weer
geschommeld en komt deze mogelijk
vrij.
6-40
WAARSCHUWING
Als de auto is komen vast te zitten en
de wielen hevig doordraaien, kan de
temperatuur in de banden zeer snel
toenemen. Als de band beschadigd
raakt kan een klapband optreden of kan
de band exploderen. Dit is gevaarlijk –
uzelf en anderen zouden letsel kunnen
oplopen. Doe dat echter niet als er
mensen of voorwerpen in de directe
nabijheid van de auto staan.
Als u de auto vrij probeert te krijgen,
kan de auto snel oververhit raken,
waardoor er in de motorruimte brand
of andere schade kan ontstaan.
Probeer zoveel mogelijk te voorkomen
dat de wielen doordraaien, om
oververhitting van de banden of de
auto te voorkomen. Laat de wielen NIET
doordraaien bij een snelheid boven 56
km/h.
Informatie
Het ESC-systeem moet worden
UITGESCHAKELD voor u met de auto
schommelt.
OPMERKING
Als de auto na enkele
schommelpogingen nog vastzit,
dient u de auto los te laten trekken
om oververhitting van de auto en
mogelijke beschadiging van de
reductieoverbrenging en banden te
voorkomen. Zie 'Slepen' in hoofdstuk 8.