Bediening
voertuigstabiliteitsregeling (ESC)
Voertuigstabiliteitsregeling (ESC)
ingeschakeld
Als de toets Start/Stop in stand ON staat,
branden de controlelampjes ESC en ESC
OFF gedurende ongeveer drie seconden.
Vervolgens gaan ze uit en is de ESC
ingeschakeld.
In werking
Als de elektronische
stabiliteitsregeling in werking
treedt, gaat het controlelampje
ESC knipperen:
Als u het rempedaal intrapt onder
omstandigheden waarbij de wielen
kunnen blokkeren, kunt u geluiden
van het remsysteem horen en kan het
rempedaal gaan trillen. Dit is normaal.
Het betekent dat het ESC in werking is
getreden.
Als de ESC geactiveerd is, reageert de
auto mogelijk niet zo op het gaspedaal
als onder normale omstandigheden.
Indien de Cruisecontrol ingeschakeld
is wanneer de ESC wordt geactiveerd,
wordt de Cruisecontrol automatisch
uitgeschakeld. De Cruisecontrol
kan opnieuw worden ingeschakeld
als de wegtoestand dit toelaat. Zie
'Cruisecontrol-systeem' verderop in
hoofdstuk 7 (indien van toepassing).
ESC OFF-conditie
Uitschakelen van ESC-systeem:
Status 1
Druk kort op de ESC OFF knop. Het
controlelampje ESC OFF gaat branden
en de melding 'Tractiecontrole
uitgeschakeld' verschijnt. In dit
geval is de tractieregelingsfunctie
van de ESC uitgeschakeld, maar
de remregelingsfunctie van de ESC
(remregeling) blijft werken.
06
OIK057082L
6-33