Automatische verwarming en
airconditioning
Het Automatisch verwarmings- en
ventilatiesysteem wordt bediend door de
gewenste temperatuur in te stellen.
Druk op de AUTO toets. (3)
De te gebruiken uitstroomopeningen,
de aanjagersnelheid, de luchtinlaat en
de airconditioning worden automatisch
geregeld op basis van de door u gekozen
temperatuur.
Stel de temperatuurregelknop in op de
gewenste temperatuur. Wanneer de
laagst mogelijke temperatuur wordt
ingesteld (17°C), zal de airconditioning
continu blijven werken. Als het interieur
voldoende is afgekoeld, zet u zo mogelijk
de knop op een hogere temperatuur.
Druk op een van de volgende toetsen
om de automatische werking uit te
schakelen:
- Luchtcirculatietoets
- Toets airconditioning
- Toets voorruitontwaseming
- Aanjagertoets
- Toets HEAT
- Luchttoevoertoets
OOSEV048301
De geselecteerde functie wordt
handmatig bediend terwijl de andere
functies automatisch werken.
Voor uw gemak kunt u de toets AUTO
gebruiken en de temperatuur instellen
op 22 °C.
Om de temperatuur van de
hoogspanningsbatterij tijdens het laden
te regelen, wordt de airconditioning
gebruikt om de hoogspanningsbatterij af
te koelen. Hierdoor kan geluid hoorbaar
zijn door de werking van de compressor
en koelventilator van de airconditioning.
OOSEV048302
Ook kan de airconditioning in de zomer
minder goed presteren ten gevolge van
de werking van het koelsysteem voor de
hoogspanningsbatterij.
Informatie
(Druk nogmaals op de toets om de
voorruitontwasemingsfunctie uit te
schakelen. De aanduiding 'AUTO'
gaat opnieuw branden op het
informatiescherm.)
(Het controlelampje van de toets
AUTO gaat branden, zelfs als de
luchttoevoertoets wordt ingedrukt.)
Informatie
05
5-55