Veiligheidssysteem
Verstellen van de rugleuning
Zitten in een liggende positie
wanneer het voertuig in beweging
is, kan gevaarlijk zijn. Zelfs wanneer
de gordel is vastgemaakt, wordt de
bescherming van uw veiligheidssysteem
(veiligheidsgordels en airbags) aanzienlijk
verminderd door uw rugleuning
achterover te kantelen.
WAARSCHUWING
Rijd NOOIT met een naar achteren
geklapte rugleuning.
Als de rugleuning te ver achterover
staat, neemt de kans op letsel bij een
aanrijding of een noodstop aanzienlijk
toe.
Bestuurder en passagiers moeten
ALTIJD goed in hun stoel zitten, de
gordel op de juiste manier dragen en
de rugleuning zo ver mogelijk rechtop
zetten.
De veiligheidsgordel moet strak over
uw heupen en borst lopen voor een
maximale effectiviteit. Als de rugleuning
achterover gekanteld is, kan de
schoudergordel zijn beschermende
functie niet correct uitvoeren omdat
deze niet strak over uw borst loopt.
In plaats daarvan hangt deze voor
u. Bij een ongeval kunt u tegen de
veiligheidsgordel aan geslingerd worden,
waardoor u nekletsel of ander letsel kunt
oplopen.
Hoe verder de rugleuning achterover
staat, hoe groter de kans is dat de
inzittende bij een aanrijding onder het
heupgedeelte van de gordel door schiet
of dat de nek in aanraking komt met het
schoudergedeelte van de gordel.
3-10
Zitting kantelen (1, indien van toepassing)
De hoogte van de voorzijde van de zitting
veranderen:
Duw de voorzijde van de
bedieningsschakelaar omhoog of omlaag
om de voorzijde van de zitting omhoog
respectievelijk omlaag te brengen.
Laat de schakelaar los zodra de gewenste
stand is bereikt.
Zittinghoogte (2, indien van toepassing)
Om de zittinghoogte te wijzigen:
Beweeg het achterste deel van de
bedieningsschakelaar naar boven of
naar beneden om de zitting omhoog of
omlaag te verstellen.
Laat de schakelaar los zodra de gewenste
stand is bereikt.
OOSEV038001