Systeemintegratie
VOORZICHTIG
De remweerstand wordt tijdens en na het remmen
warm.
•
Raak de remweerstand niet aan, om lichamelijk
letsel te voorkomen.
•
Plaats de remweerstand in een veilige
omgeving, om brandgevaar te vermijden.
VOORZICHTIG
Frequentieomvormers met behuizingstype D-F bevatten
meer dan één remchopper. Gebruik voor deze
behuizingstypen daarom één remweerstand per
remchopper.
5.5.2 Remweerstandkabels
EMC (gedraaide kabels/afscherming)
Gebruik afgeschermde kabels/draden om de gespecifi-
ceerde EMC-prestaties van de frequentieomvormer te
realiseren. Bij gebruik van niet-afgeschermde draden raden
we aan om de draden ineen te draaien om de elektrische
ruis van de draden tussen de remweerstand en de
frequentieomvormer te beperken.
Gebruik een metalen afscherming om de EMC-prestaties te
verbeteren.
5.5.3 Regeling met remfunctie
De rem is beveiligd tegen kortsluiting van de
remweerstand en de remtransistor wordt bewaakt zodat
kortsluiting van de transistor tijdig ontdekt wordt. Er kan
een relaisuitgang/digitale uitgang worden gebruikt om de
remweerstand te beschermen tegen overbelasting als
gevolg van een fout in de frequentieomvormer.
Bovendien maakt de rem het mogelijk om het momentane
vermogen en het gemiddelde vermogen van de laatste
120 seconden uit te lezen. De rem kan ook het
remvermogen bewaken en ervoor zorgen dat de in
2-12 Begrenzing remvermogen (kW) ingestelde begrenzing
niet wordt overschreden. In 2-13 Bewaking remvermogen
kan de functie worden geselecteerd die moet worden
uitgevoerd wanneer het vermogen dat wordt overgebracht
naar de remweerstand de in 2-12 Begrenzing remvermogen
(kW) ingestelde begrenzing overschrijdt.
MG33BF10
Design Guide
LET OP
De bewaking van het remvermogen is geen veiligheids-
functie; voor dat doel is een thermische schakelaar
nodig. Het remweerstandcircuit beschikt niet over
aardlekbeveiliging.
Als een alternatieve remfunctie kan in 2-17 Overspan-
ningsreg. een overspanningsregeling (OVC) (zonder
remweerstand) worden geselecteerd. Deze functie is actief
voor alle eenheden. De functie zorgt ervoor dat uitscha-
keling (trip) kan worden vermeden bij een toename van de
DC-tussenkringspanning. Dit gebeurt door de uitgangsfre-
quentie te verhogen om de spanning vanuit de DC-
tussenkring te beperken. Dit is een nuttige functie
wanneer bijvoorbeeld de uitlooptijd te kort is, aangezien
uitschakeling van de frequentieomvormer zo wordt
vermeden. In deze situatie wordt de uitlooptijd verlengd.
LET OP
OVC kan niet worden geactiveerd bij gebruik van een
PM-motor (wanneer 1-10 Motorconstructie is ingesteld op
[1] PM, niet uitspr. SPM).
Danfoss A/S © Rev. 2014-04-04 Alle rechten voorbehouden.
5
5
63