Elektrische installatie
9.3 Aansluiting netvoeding
Het is verplicht om de aansluiting op het net correct te
aarden met behulp van klem 95 van de frequentieom-
vormer; zie hoofdstuk 9.1.1 Aarding.
De dwarsdoorsnede van de aardkabel moet minstens
10 mm² bedragen of bestaan uit 2 nominale netdraden die
afzonderlijk op aarde zijn aangesloten overeenkomstig EN
50178.
Gebruik niet-afgeschermde kabel.
Afbeelding 9.16 Aansluiting netvoeding
9
9
LET OP
Het gebruik van zekeringen en/of circuitbreakers aan de
voedingszijde is verplicht als moet worden voldaan aan
IEC 60364 (voor CE) of NEC 2009 (voor UL). Zie
hoofdstuk 9.3.1.4 UL-conformiteit.
LET OP
Hoger dan 480 V
RISICO VAN SCHADE AAN DE FREQUENTIEOM-
VORMER MET RFI-FILTER GEÏNSTALLEERD
Bij installatie via een geaarde driehoekschakeling of op
een IT-net (inclusief aardsluiting), mag de ingangs-
spanning binnen het bereik van 380-500 V (T4, T5) niet
hoger zijn dat 480 V
Voor sommige behuizingen geldt een andere
montagewijze als de frequentieomvormer af fabriek is
geconfigureerd met een netschakelaar. De diverse
scenario's worden hieronder geïllustreerd.
120
Design Guide
rms
tussen net en aarde.
rms
Danfoss A/S © Rev. 2014-04-04 Alle rechten voorbehouden.
Netvoeding voor behuizing A1, A2 en A3:
LET OP
De voedingsstekkerconnector kan worden gebruikt voor
frequentieomvormers tot 7,5 kW.
1.
Plaats de 2 schroeven in de ontkoppelingsplaat,
schuif deze op zijn plaats en haal de schroeven
aan.
2.
Zorg ervoor dat de frequentieomvormer goed
geaard is. Sluit aan op de aardverbinding (klem
95). Gebruik de schroef uit de accessoiretas.
3.
Sluit de stekkerconnectoren 91 (L1), 92 (L2),
93 (L3) uit de accessoiretas aan op de klemmen
die gelabeld zijn als MAINS onder aan de
frequentieomvormer.
4.
Sluit de netvoedingsdraden aan op de netstekker-
connector.
5.
Ondersteun de kabel met de bijgesloten
steunbeugels.
Afbeelding 9.17 Steunplaat
MG33BF10