Mechanische installatie
8.2.1 Mechanische bevestiging
8.2.1.1 Vrije ruimte
Alle behuizingstypen zijn geschikt voor zij-aan-zij-
installatie, tenzij een IP 21/IP 4X/Type 1-behuizingsset
wordt gebruikt (zie hoofdstuk 11 Opties en accessoires).
Zij-aan-zij-installatie
De IP 20-behuizingen A en B kunnen naast elkaar worden
geïnstalleerd zonder enige tussenruimte, maar de
montagevolgorde is wel van belang. Afbeelding 8.1 laat
zien hoe de frames correct worden gemonteerd.
8
8
A2
Afbeelding 8.1 Correcte zij-aan-zij-installatie
Als de IP 21-behuizingsset wordt gebruikt voor
behuizingstype A1, A2 of A3, moet er tussen de frequentie-
omvormers een vrije ruimte zijn van minimaal 50 mm
Voor optimale koelomstandigheden moet de lucht boven
en onder de frequentieomvormer vrij kunnen circuleren.
Zie Tabel 8.3.
112
Design Guide
B3
B3
Danfoss A/S © Rev. 2014-04-04 Alle rechten voorbehouden.
Afbeelding 8.2 Vrije ruimte
Behuizingstype
a [mm]
b [mm]
Tabel 8.3 Vrije ruimte voor de diverse behuizingstypen
A2
8.2.1.2 wandmontage
Bij montage op een massieve achterwand is de installatie
heel eenvoudig.
1.
Boor gaten overeenkomstig de vermelde
afmetingen.
2.
Gebruik schroeven die geschikt zijn voor het
oppervlak waarop u de frequentieomvormer wilt
bevestigen. Haal alle 4 de schroeven weer aan.
Als de frequentieomvormer op een niet-massieve
achterwand moet worden gemonteerd, moet de frequen-
tieomvormer worden voorzien van achterwand '1', wegens
onvoldoende koelluchtstroming over het koellichaam.
LET OP
De achterwand is alleen relevant voor A4, A5, B1, B2, C1
en C2.
a
b
A1*/A2/A3/A4/
B2/B3/B4/
A5/B1
C1/C3
100
200
100
200
C2/C4
225
225
MG33BF10