Elementaire werkingsprincip...
Parameter
5-54 Pulsfilter tijdconstante nr. 29 (Pulsklem
29),
5-59 Pulsfilter tijdconstante nr. 33 (Pulsklem
33),
6-16 Klem 53 filter tijdconstante (Analoge
klem 53),
6-26 Klem 54 filter tijdconstante (Analoge
klem 54)
6-36 Klem X30/11 filtertijdconstante
6-46 Klem X30/12 filtertijdconstante
35-46 Klem X48/2 filtertijdconstante
Tabel 3.5 Relevante parameters voor een procesregeling
3.6.6.4 Geavanceerde PID-regeling
®
Raadpleeg de VLT
AutomationDrive FC 301/FC 302 Programmeerhandleiding voor geavanceerde PID-regelingsparameters.
3.6.7 Interne stroomregeling in de modus VVC
Wanneer de motorstroom/het motorkoppel de ingestelde koppelbegrenzingen in 4-16 Koppelbegrenzing motormodus,
4-17 Koppelbegrenzing generatormodus en 4-18 Stroombegr. overschrijdt, wordt de ingebouwde stroombegrenzingsregeling
geactiveerd.
Wanneer de frequentieomvormer de stroomgrens bereikt tijdens motorwerking of generatorwerking probeert hij zo snel
mogelijk onder de vooraf ingestelde koppelbegrenzingen te komen, zonder de controle over de motor te verliezen.
3.6.8 Lokale (Hand On) en externe (Auto On) besturing
De frequentieomvormer kan handmatig worden bestuurd via het lokale bedieningspaneel (LCP) of extern worden bestuurd
via de analoge of digitale ingangen of een seriële bus. Als dit wordt toegestaan in 0-40 [Hand on]-toets op LCP, 0-41 [Off]-
toets op LCP, 0-42 [Auto on]-toets op LCP en 0-43 [Reset]-toets op LCP, is het mogelijk om de frequentieomvormer te starten
en te stoppen door te drukken op [Hand On] en [Off] op het LCP. Alarmen kunnen worden gereset via [Reset]. Nadat u op
[Hand On] hebt gedrukt, schakelt de frequentieomvormer over naar de handmodus en wordt (standaard) de lokale
referentie gevolgd die met de navigatietoetsen op het LCP kan worden ingesteld.
Wanneer u op [Auto] drukt, schakelt de frequentieomvormer over naar de automodus en wordt (standaard) de externe
referentie gevolgd. In deze modus is het mogelijk om de frequentieomvormer te besturen via de digitale ingangen en de
verschillende seriële interfaces (RS-485, USB of een optionele veldbus). Zie parametergroep 5-1* Digitale ingangen of parame-
tergroep 8-5* Digitaal/Bus voor meer informatie over starten, stoppen, aan-/uitloop wijzigen, parametersetups enz.
Hand
O
on
Afbeelding 3.10 Bedieningstoetsen
MG33BF10
Design Guide
Functiebeschrijving
Als er oscillaties van het terugkoppelingssignaal van de stroom/spanning optreden,
kunnen deze worden gedempt met behulp van een laagdoorlaatfilter. Deze tijdconstante
staat voor de snelheidsbegrenzing van de rimpels die op het terugkoppelingssignaal
voorkomen.
Voorbeeld: als het laagdoorlaatfilter is ingesteld op 0,1 s, bedraagt de begrenzingssnelheid
10 RAD/s (het omgekeerde van 0,1 s), wat overeenkomt met (10/(2 x π)) = 1,6 Hz. Dit
betekent dat alle stromen/spanningen die met meer dan 1,6 oscillaties per seconde
variëren, worden gedempt door het filter. De regeling wordt alleen uitgevoerd bij een
terugkoppelingssignaal dat varieert met een frequentie (snelheid) van minder dan 1,6 Hz.
Het laagdoorlaatfilter verbetert de prestaties in stabiele toestand, maar het instellen van
een te hoge filtertijd zal de dynamische prestaties van de proces-PID-regeling verstoren.
plus
Auto
Reset
on
Danfoss A/S © Rev. 2014-04-04 Alle rechten voorbehouden.
3
3
29