Elektrische installatie
4.
Sluit de stekkerconnectoren 96 (U), 97 (V), 98 (W)
(tot 7,5 kW) en de motorkabel aan op de
klemmen gelabeld MOTOR.
5.
Bevestig de afgeschermde kabel aan de ontkop-
pelingsplaat met de schroeven en sluitringen uit
de accessoiretas.
Alle typen 3-fasige asynchrone standaardmotoren kunnen
op de frequentieomvormer worden aangesloten. Kleine
motoren worden gewoonlijk in ster geschakeld (230/400 V,
Y). Grote motoren zijn gewoonlijk in driehoekschakeling
geschakeld (400/690 V, Δ). Kijk op het motortypeplaatje
voor de juiste aansluitmodus en spanning.
9
9
Afbeelding 9.30 Motoraansluiting voor behuizing A1, A2 en
A3
134
Design Guide
MOTOR
Danfoss A/S © Rev. 2014-04-04 Alle rechten voorbehouden.
Afbeelding 9.31 Motoraansluiting voor behuizing A4/A5
Afbeelding 9.32 Motoraansluiting voor behuizing B1 en B2
MG33BF10