Opties en accessoires
Ledindicaties
Led 1 brandt als het referentiesignaal naar de resolver
OK is.
Led 2 brandt als het cosinussignaal vanaf de resolver OK is.
Led 3 brandt als het sinussignaal vanaf de resolver OK is.
De leds zijn actief wanneer 17-61 Bewaking terugkoppelings-
signaal is ingesteld op [1] Waarschuwing of [2]
Uitschakeling (trip).
11
11
Afbeelding 11.7 Permanentmagneetmotor (PM) met een
resolver als snelheidsterugkoppeling
Setupvoorbeeld
In dit voorbeeld wordt een permanentmagneetmotor (PM)
gebruikt met een resolver als snelheidsterugkoppeling. Een
PM-motor moet gewoonlijk in fluxmodus werken.
Bedrading
De max. kabellengte is 150 m bij gebruik van gedraaide
kabelparen.
LET OP
Resolverkabels moeten zijn afgeschermd en gescheiden
worden gehouden van de motorkabels.
158
Design Guide
Danfoss A/S © Rev. 2014-04-04 Alle rechten voorbehouden.
LET OP
De afscherming van de resolverkabel moet correct zijn
aangesloten op de ontkoppelingsplaat en aan de
motorzijde zijn aangesloten op het chassis (aarde).
LET OP
Gebruik altijd afgeschermde motorkabels en remchop-
perkabels.
1-00 Configuratiemodus [1] Snelh. met terugk.
1-01 Motorbesturings-
[3] Flux met enc.terugk.
principe
1-10 Motorconstructie
[1] PM, niet-uitspr. SPM
1-24 Motorstroom
Motortypeplaatje
1-25 Nom.
Motortypeplaatje
motorsnelheid
1-26 Cont. nom.
Motortypeplaatje
motorkoppel
AMA is niet mogelijk bij PM-motoren
1-30 Statorweerstand
Datablad voor motor
(Rs)
30-80 Inductantie d-as
Datablad voor motor (mH)
(Ld)
1-39 Motorpolen
Datablad voor motor
1-40 Tegen-EMK bij
Datablad voor motor
1000 TPM
1-41 Offset motorhoek
Datablad voor motor (meestal nul)
17-50 Polen
Datablad voor resolver
17-51 Ingangsspanning
Datablad voor resolver
17-52 Ingangsfrequentie Datablad voor resolver
17-53 Transformatiever-
Datablad voor resolver
houding
17-59 Resolverinterface
[1] Ingesch.
Tabel 11.3 Aan te passen parameters
MG33BF10