Elementaire werkingsprincip...
Tabel 3.2 bevat een overzicht van de kenmerken die kunnen worden ingesteld voor een snelheidsregeling. Zie de VLT
AutomationDrive FC 301/FC 302 Programmeerhandleiding voor meer informatie over het programmeren.
Parameter
7-00 Terugk.bron snelheids-PID
7-02 Snelheids-PID, prop. versterking
7-03 Snelheids-PID, integratietijd
7-04 Snelheids-PID, differentiatietijd
7-05 Snelheids-PID, diff. versterkingslimiet
7-06 Snelheids-PID, laagdoorl.filtertijd
7-07 Snelheids-PID, terugk overbr.verh.
7-08 Snelheids-PID, voorw. kopp.factor
7-09 Speed PID Error Correction w/ Ramp
Tabel 3.2 Relevante parameters voor een snelheidsregeling
Programmeer in de getoonde volgorde (zie de beschrijving van de instellingen in de Programmeerhandleiding)
In Tabel 3.3 wordt ervan uitgegaan dat alle andere parameters en schakelaars hun standaardinstelling hebben behouden.
Functie
1) Zorg ervoor dat de motor goed draait. Volg onderstaande stappen:
Stel de motorparameters in aan de hand van de
gegevens op het motortypeplaatje.
Voer een Automatische aanpassing motorgegevens uit.
2) Controleer of de motor draait en de encoder correct is aangesloten. Volg onderstaande stappen:
Druk op [Hand On] op het LCP. Controleer of de motor
draait en kijk in welke richting de motor draait (hierna
aangeduid als de 'positieve richting').
MG33BF10
Design Guide
Functiebeschrijving
Stel in van welke ingang de snelheids-PID een terugkoppeling moet krijgen.
Hoe hoger de waarde, hoe sneller de regeling. Een te hoge waarde kan echter leiden tot
oscillaties.
Elimineert snelheidsfouten in stabiele toestand. Een lagere waarde betekent een snelle
reactie. Een te lage waarde kan echter leiden tot oscillaties.
Zorgt voor een versterking die proportioneel is met de mate van veranderingen van de
terugkoppeling. Een nulinstelling schakelt de differentiator uit.
Wanneer er bij een bepaalde toepassing snelle veranderingen in referentie of terugkop-
peling optreden – wat betekent dat de fout snel verandert – kan de differentiator al snel
te dominant worden. Dit komt omdat hij reageert op veranderingen in de fout. Hoe
sneller de fout verandert, hoe sterker de differentiële versterking is. De differentiële
versterking kan daarom worden beperkt, zodat instelling van een redelijke differentia-
tietijd voor langzame veranderingen en een passende snelle versterking voor snelle
veranderingen mogelijk is.
Een laagdoorlaatfilter dat oscillaties op het terugkoppelingssignaal dempt en de
prestaties in stabiele toestand verbetert. Een te hoge filtertijd zal de dynamische
prestaties van de snelheids-PID-regeling echter verstoren.
Praktische instellingen voor parameter 7-06 op basis van het aantal pulsen per
omwenteling of via de encoder (PPR):
Encoder PPR
512
1024
2048
4096
De frequentieomvormer vermenigvuldigt de snelheidsterugkoppeling met deze
verhouding.
Het referentiesignaal omzeilt de snelheidsregelaar met het ingestelde percentage. Deze
functie verhoogt de dynamische prestaties van de snelheidsregeling.
De snelheidsfout tussen de ramp en de feitelijke snelheid wordt vergeleken met de
instelling in deze parameter. Als de snelheidsfout groter is dan de waarde in deze
parameter, wordt de snelheidsfout gecorrigeerd door op gecontroleerde wijze uit te
lopen.
Parameter
1-2*
1-29 Autom.
aanpassing
motorgeg. (AMA)
Danfoss A/S © Rev. 2014-04-04 Alle rechten voorbehouden.
7-06 Snelheids-PID, laagdoorl.filtertijd
10 ms
5 ms
2 ms
1 ms
Instelling
Volgens de gegevens op het motortypeplaatje
[1] Volledige AMA insch
Stel een positieve referentie in
®
3
3
25