Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT AutomationDrive FC 301 Handleiding pagina 30

B&p elektromotoren design guide
Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 301:
Inhoudsopgave

Advertenties

Elementaire werkingsprincip...
3
3
Afbeelding 3.9 Schema voor proces-PID-regeling
Tabel 3.5 bevat een overzicht van de kenmerken die kunnen worden ingesteld voor een snelheidsregeling.
Parameter
7-20 Proces-CL Terugk. 1 Bron
7-22 Proces-CL Terugk. 2 Bron
7-30 Proces-PID normaal/omgekeerd
7-31 Anti-windup proces-PID
7-32 Proces-PID startsnelheid
7-33 Prop. versterking proces-PID
7-34 Integratietijd proces-PID
7-35 Differentiatietijd proces-PID
7-36 Proces-PID diff. verst.limiet
7-38 Voorwaartswerkingsfactor proces-PID
28
Design Guide
Functiebeschrijving
Selecteer van welke bron (d.w.z. analoge of pulsingang) de proces-PID een terugkoppeling
moet krijgen.
Optioneel: bepaal of (en vanwaar) de proces-PID een extra terugkoppelingssignaal moet
krijgen. Als een extra terugkoppelingsbron is geselecteerd, worden de 2 terugkoppelings-
signalen bij elkaar opgeteld voordat ze worden gebruikt in de proces-PID-regeling.
Bij [0] Normaal bedrijf reageert de procesregeling met een verhoging van het motortoe-
rental als de terugkoppeling lager wordt dan de referentie. Onder dezelfde
omstandigheden, maar bij [1] geïnverteerd bedrijf, reageert de procesregeling met het
verlagen van het motortoerental.
De anti-windupfunctie zorgt ervoor dat bij het bereiken van een frequentie- of koppelbe-
grenzing de integrator wordt ingesteld op een versterking die overeenkomt met de
actuele frequentie. Zo wordt integratie voorkomen bij een fout die nooit kan worden
gecompenseerd met een wijziging van het toerental. Deze functie kan worden
uitgeschakeld door [0] Uit te selecteren.
In sommige toepassingen kan het erg lang duren voordat het vereiste toerental of
setpoint wordt bereikt. Bij dergelijke toepassingen kan het een voordeel zijn om een vast
motortoerental voor de frequentieomvormer in te stellen voordat de procesregeling wordt
geactiveerd. Dit is mogelijk door een startwaarde (snelheid) voor de proces-PID in te
stellen in 7-32 Proces-PID startsnelheid.
Hoe hoger de waarde, hoe sneller de regeling. Een te hoge waarde kan echter leiden tot
oscillaties.
Elimineert snelheidsfouten in stabiele toestand. Een lagere waarde betekent een snelle
reactie. Een te lage waarde kan echter leiden tot oscillaties.
Zorgt voor een versterking die proportioneel is met de mate van veranderingen van de
terugkoppeling. Een nulinstelling schakelt de differentiator uit.
Wanneer er bij een bepaalde toepassing snelle veranderingen in referentie of terugkop-
peling optreden – wat betekent dat de fout snel verandert – kan de differentiator al snel
te dominant worden. Dit komt omdat hij reageert op veranderingen in de fout. Hoe
sneller de fout verandert, hoe sterker de differentiële versterking is. De differentiële
versterking kan daarom worden beperkt, zodat instelling van een redelijke differentiatietijd
voor langzame veranderingen mogelijk is.
In toepassingen met een goede (en min of meer lineaire) correlatie tussen de procesrefe-
rentie en het motortoerental dat nodig is om deze referentie te verkrijgen, kan de
voorwaartse koppelingsfactor worden gebruikt om betere dynamische prestaties van de
proces-PID-regeling te realiseren.
Danfoss A/S © Rev. 2014-04-04 Alle rechten voorbehouden.
MG33BF10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt automationdrive fc 302

Inhoudsopgave