Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Toegang Krijgen Tot Parameters; Parameterafhandeling; Dataopslag; Ind (Index) - Danfoss VLT AutomationDrive FC 301 Handleiding

B&p elektromotoren design guide
Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 301:
Inhoudsopgave

Advertenties

Installatie en setup RS-485

12.12 Toegang krijgen tot parameters

12.12.1 Parameterafhandeling

Het PNU (parameternummer) wordt vertaald vanuit het
registeradres dat is opgenomen in het Modbus schrijf- of
leesbericht. Het parameternummer wordt naar Modbus
vertaald als (10 x parameternummer) DECIMAAL.
Voorbeeld: uitlezing 3-12 Versnell.-/vertrag.-waarde (16 bit):
register 3120 houdt de waarde van de parameter vast. Een
waarde van 1352 (decimaal) betekent dat de parameter is
ingesteld op 13,52%
Uitlezing 3-14 Ingestelde relatieve ref. (32 bit): de registers
3410 en 3411 houden de waarde van de parameter vast.
Een waarde van 11300 (decimaal) betekent dat de
parameter is ingesteld op 1113,00.
Informatie over de parameters, de grootte en de conversie-
index vindt u in de programmeerhandleiding voor het
betreffende product.

12.12.2 Dataopslag

Spoel 65 decimaal bepaalt of data die naar de frequentie-
omvormer wordt geschreven, in EEPROM en RAM
(spoel 65 = 1) of enkel in RAM (spoel 65 = 0) wordt
opgeslagen.

12.12.3 IND (index)

Sommige parameters in de frequentieomvormer zijn
arrayparameters, zoals 3-10 Ingestelde ref.. Omdat Modbus
geen ondersteuning biedt voor arrays in de registers,
reserveert de frequentieomvormer register 9 als verwijzing
naar de array. Voordat u een arrayparameter leest of
schrijft, moet u register 9 instellen. Als het register wordt
ingesteld op de waarde 2, wordt bij lezen/schrijven naar
arrayparameters in het vervolg altijd de index 2 gebruikt.
MG33BF10
Design Guide

12.12.4 Tekstblokken

Parameters die als een tekstreeks zijn opgeslagen, kunnen
op dezelfde manier worden benaderd als andere
parameters. De maximumgrootte van tekstblokken is 20
tekens. Als een leesverzoek voor een parameter om meer
tekens vraagt dan in de parameter zijn opgeslagen, wordt
het antwoord afgekapt. Als het leesverzoek voor een
parameter om minder tekens vraagt dan in de parameter
zijn opgeslagen, wordt de ruimte in het antwoord
helemaal gevuld.

12.12.5 Conversiefactor

De diverse attributen van elke parameter zijn te vinden in
de sectie over fabrieksinstellingen. Omdat een parameter-
waarde alleen als een geheel getal kan worden
overgebracht, moet er een conversiefactor worden
gebruikt om decimalen over te brengen.

12.12.6 Parameterwaarden

Standaard datatypen
Standaard datatypen zijn int16, int32, uint8, uint16 en
uint32. Deze worden opgeslagen als 4x-registers
(40001-4FFFF). De parameters worden gelezen met behulp
van de functie 03 hex 'Registers lezen'. Parameters worden
geschreven met behulp van de functie 6 hex 'Eén register
schrijven' voor 1 register (16 bits) en de functie 10 hex
'Meerdere registers schrijven' voor 2 registers (32 bits).
Leesbare groottes variëren van 1 register (16 bits) tot
10 registers (20 tekens).
Niet-standaard datatypen
Niet-standaard datatypen zijn tekstreeksen en worden
opgeslagen als 4x-registers (40001-4FFFF). De parameters
worden gelezen met behulp van functie 03 hex 'Registers
lezen' en geschreven met behulp van functie 10 hex
'Meerdere registers lezen'. Leesbare groottes variëren van 1
register (2 tekens) tot 10 registers (20 tekens).
Danfoss A/S © Rev. 2014-04-04 Alle rechten voorbehouden.
12
12
191

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt automationdrive fc 302

Inhoudsopgave